De ca. 45 bezoekers in de exporuimte annex café van Concordia aan de Langestraat 56 te Enschede worden welkom geheten door moderator Symone de Bruin. Hoofdthema van vanavond is operationele architectuur, maar natuurlijk is er aandacht voor muziek (Carola Ligt, dwarsfluit) en poëzie (Regine Hilhorst).

Het hoofdthema Operationele Architectuur is onderverdeeld in 4 subthema's:

1. Re Use (=donorarchitectuur = gebouw geeft meer dan zelf nodig)

2. Re Duce (=autarkische architectuur = gebouw is zelfvoorzienend)

3. Re Cycle (=recycle architectuur = gericht op hergebruik)

4. Re Grow (=groene architectuur = groen staat centraal)

In alle gevallen "doen" de bouwwerken meer dan de programma's in enge zin beogen.

Een werkgroep vanuit de programmaraad van het Architectuurcentrum Twente heeft belangwekkende voorbeelden verzameld van telkens 4 bouwwerken per sub. Deze voorbeelden zijn samengebracht in een expositie, die vanavond in de gangen en de hal van Concordia staat opgesteld. Vanavond zal ieder subthema worden ingeleid door een werkgroeplid/architect. Helaas heeft Ronald Olthof op het laatste moment vanwege persoonlijke omstandigheden moeten afhaken. Ruud van der Koelen neemt het verhaal van Ronald over.

Na een eerste gedicht van Regine Hilhorst presenteert Robert ten Dam, architect te Diepenheim, een viertal voorbeelden van Re Use, donorarchitectuur.

In 2012 werd i.v.m. de Floriade te Venlo Villa Flora, een ontwerp van architect Jon Kristinsson (Deventer) geopend. De basis is een grote kas. De uitgebreide techniek is volledig onderdeel van het ontwerp. Dunne draadjes in het glas genereren warmte, de warmte wordt centraal opgeslagen, de geïnstalleerde vergistingsinstallatie zorgt voor biogas, de zonnepanelen, bijzonder van vorm en geïntegreerd in de betonnen, met reflecterende materialen beklede, schaaldaken zorgen voor opwekking van elektriciteit en warmte.

Het 2e pand dat Robert laat zien is een kleinschalige energiecentrale met warmte-krachtkoppeling in Melbourne, Australië. De centrale bedient ca. 200 woningen, en de architectuur van het pand is volledig gericht op duurzaamheid.

Het 3e voorbeeld is in feite een herbestemmings- en renovatieproject. In Hamburg is een immense bovengrondse bunker uit de tweede wereldoorlog (niet te slopen vanwege de enorme massa en omvang, met wanden van beton van 3m dik en een dek van 4 m dikte) ingericht voor centrale energievoorziening van de aanpalende woonwijk. Ca. 2mio. liter wordt gebruikt als warmtebuffer (verwarming middels panelen en d.m.v. een grote pelletkachel). In het gebouw zijn verder verbrandingsovens en een elektra-turbine opgesteld. Totale kosten van deze herbestemmingsoperatie: ca. € 27 mio, (de helft aan installaties), incl. warmtenet in de wijk.

Tenslotte laat Robert een klein, maar ultra slim huisje in Stuttgart zien. Het huis is gasloos, en voorzien van pv-panelen met lithiumbatterijen voor elektraopslag. In het huis zitten talloze computersturende sensoren, waarmee het pand , althans voor deze tijd, volledig "state-of-the-art" is. Kosten cascogebouw € 100k, kosten techniek ca. € 600k.

Na een poëtisch intermezzo van Regine Hilhorst neemt Ruud van der Koelen van der jeugd architecten te Enschede) ons mee naar voorbeelden van Re Duce, zelfvoorzienende gebouwen.

Als eerste komt gebouw The Edge. op de Amsterdamse zuidas aan bod. Dit gebouw, groot 41.000 m2 , ontworpen door PLP architecture (Londen) huisvest het hoofdkantoor van Deloitte en heeft het Breeam Outstanding certificaat. Ook op de panden van de buren zijn pv-panelen geïnstalleerd. De uitgekiende besturingstechniek van de installaties werkt op vele sensoren en op het principe van het "internet-of-things". De zuidkant van het gebouw is een groot atrium. De constructie daarvan kon door toepassing van 3-D-printing uiterst efficiënt worden uitgevoerd. Er is voor de gebruikers een speciale gebouwapp, die op de eigen werkplek van het moment de lichtsterkte en temperatuur kan instellen, die collega's kan vinden, en die info geeft over actuele files en bereikbaarheid van het gebouw. De vraag wordt opgeworpen hoe duurzaam het is om een dergelijke nieuwbouw te realiseren, en tegelijkertijd relatief jonge, "oude" gebouwen achter te laten zonder duidelijke herbestemming.

Het volgende gebouw dat Ruud toont is er één uit de categorie "form-follows-energy", nl. het Endesa-pavillion in Barcelona. Dit experimentele gebouw, tevens studie-object, is in 6 weken gebouwd door toepassing van industriële productiemethoden. Middels "try-and-error" gaat de ontwikkeling van het gebouw door. Het is niet af.

Vervolgens laat Ruud het microhuis Diogene van architect Renzo Piano zien. Dit minihuisje (20m2) is in 2013 neer gezet op de Vitra campus in Weil-am-Rhein (Duitsland). Het huisje is geen noodwoning, maar een plek om jezelf in terug te trekken. Het gebouwtje is geheel zelfvoorzienend en heeft geen infra of nutsaansluiting nodig.

Tenslotte bespreekt Ruud de Villa Kogelhof te Kamperland (Noord Beverland/Zeeland).

Architect hiervan is Paul de Ruiter (ook architect van het Sigmaxpand te Enschede).

De villa is in 2014 gebouwd. Het ontwerp is een vertaalslag van luxe naar het gevoel van onafhankelijkheid, met zodanige technische voorzieningen dat zelfvoorzienendheid wordt bereikt. Het ontwerp is een subliem antwoord op het vlakke polderlandschap.

Het bijbehorende landgoed wordt nog beplant met 70000 bomen. De glazen klimaatgevels hebben zonwering in de spouw, terwijl (te) warme lucht in de spouw wordt afgezogen.

In de pauze wijst Regine Hilhorst de aanwezigen op haar crowdfundactie (www.tothetkomt.nl). Mede hiermee wil Regine een theatervoorstelling financieren.

Na een optreden van fluitiste Carola Ligt is het woord (en beeld) aan Sander ter Harmsel van LKSVDD-architecten te Hengelo. Sander laat gebouwen zien waar recyclebaarheid en de toepassing van gerecycelde materialen een overwegende rol heeft gespeeld.

ContainerCity I en II te Londen (Docklands) is volledig modulair opgebouwd uit gestapelde 20 en 40ft. gebruikte zeecontainers. Deel I meet 4800m2 en bestaat uit 12 ateliers en 3 woon/werkeenheden.

Het 2e gebouw is Villa XX op het Delftechpark te Delft, van architect Jouke Post.

Dit gebouw is in 1999/2000 gerealiseerd. Het bijzondere is dat economische en technische levensduur samen vallen, in dit geval 20 jaar. Over een paar jaar komt dus dit gebouw te vervallen. Het ontwerp is zodanig dat de componenten herbruikbaar zijn in nieuw te maken bouwwerken.

Het 3e voorbeeld is Villa Welpeloo in Roombeek (Bamshoevelaan), Enschede van de architecten Jeroen Bergsma en Jan Jongert. Deze villa is volgens het cradle-to-cradleprincipe gebouwd met zo veel mogelijk toepassing van materialen die al één of meerdere voorgaande levens hebben gehad. ("super-use". 80% van de materialen is al eerder gebruikt geweest). De gevel is opgebouwd uit kabelhaspellatten, de staalconstructie komt uit een textielfabriek en de bouwlift is in het pand achtergebleven als huislift.

Het laatste voorbeeld van Sander is het gebouw van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIvE) te Wageningen van de architecten Claus en Kaan. Het hightech gebouw kent cradle-to-cradleprincipes, maar ook duurzaamheid m.b.t. energieopwekking is een item. In het pve botsen deze principes wel eens, waarna praktische oplossingen zijn gevonden, met zowel gerecyclede als recyclebare materialen. Met het vegetatiedak wordt (in het kader van de taken van het instituut) volop geëxperimenteerd.

Ook het bijbehorende omringende terrein is dienstbaar aan onderzoek. In het terrein zijn hiervoor diverse bijgebouwtjes geplaatst.

Na optredens van Regine Hilhorst en Carola Ligt neemt Ruud van der Koelen ons mee de wereld over met groene gebouwen.

In Amsterdam aan de Jan van Galenstraat is het Mercator Sportplaza, een ontwerp van Verhoeven cs architecten, gerealiseerd. De groene gevel springt er uit. Het gebouw heeft een uitbundig vegetatiedak. Groenontwerp en -techniek zijn van Copijn tuin- en landschapsarchitecten. Het gebouw als totaal werkt als een kleine stad met veel functies en zichtlijnen.

In Parijs is in 2006 door president Chirac het Musée du Quai Branly, ontworpen door architect Jean Nouvel, geopend. De tuinen/parken schieten onder het gebouw door, de gevel aan de Seine (200m lang en 12 m hoog) is volledig begroeid. Ontwerper van het groen is tuinarchitect Patrick Blanc.

Vertical Forest in Milaan bestaat uit 2 torens hoogbouw, waar op "balkons" bomen en struiken zijn aangebracht. Het ontwerp van de gebouwen, gerealiseerd in het kader van de wereldtentoonstelling 2015, is van Stefano Boeri Studio.

Tenslotte One Central Park te Sydney. Dit gebouw naar een ontwerp van architect Jean Nouvel en Patrick Blanc (groen) is een icoon van zijn tijd (2014). In de gevels zijn 40000 planten verwerkt. een omvangrijk spiegelsysteem zorgt voor voldoende licht voor de beplanting is het atrium tussen beide gebouwdelen.

Na muziek en een gedicht volgt discussie. Met name de combi van operationele architectuur en de grote hergebruik- en renovatieopgave maakt de tongen los. Bestaande bouw operationeel maken vergt hele andere voorzieningen en ontwerpuitgangspunten. Punt van aandacht is bijvoorbeeld het gebrek aan de mogelijkheid van extra vloer- en gevelbelastingen voor begroeiing. Opgemerkt wordt dat het huidige fiscale regiem in Nederland niet uitnodigt om meer energie op te wekken dan voor eigen gebruik.

Peter van Roosmalen, coördinator van het Architectuurcentrum Twente sluit af met een woord van dank aan de inleiders van vanavond. Peter staat even stil bij het programma van het architectuurcentrum en bedankt de subsidiënten en sponsoren. Donateurs en ondersteuners zijn van harte welkom en noodzakelijk voor de continuïteit van het Architectuurcentrum Twente.