Bouwen in de (binnen)stad van Enschede, is het thema van het 4e ACT Café van 2016, dat vanavond wordt gehouden op de bovenverdieping van Concordia, aan de Langestraat 56 te Enschede. Ruim 50 gasten zijn aangeschoven voor dit interessante programma.

Zoals gebruikelijk presenteert Symone de Bruin deze avond en zijn er in het programma weer poëtische en muzikale interventies, deze keer van dichteres Moes Wagenaar en van Hanneke Nijs op fagot (Hanneke werkt o.a. bij het OvhO).

Ter inleiding: binnenstedelijk bouwen, "inbreiden", het "vullen van gaten" is de norm, grootscheepse ontwikkelingen in uitleggebieden is passé (of gaat dat nu weer kenteren, nu de woningbouwvraag weer aantrekt?). De voorbeelden van vanavond laten de mogelijkheden en onmogelijkheden, de kansen en de bedreigingen zien van dergelijke inbreidprojecten.

Als 1e spreker staat Maarten Hanekamp, stedenbouwkundige bij de gemeente Enschede op het programma. Maarten focust op het middengebied van de spoorzone-noord, aan de rand van het Enschedese centrum. De ontwikkelingen in dit gebied zijn een mooi voorbeeld van het vullen van gaten.

Het inspiratieboekje "Enschede 2030" is uitgangspunt geweest. Uit de inventarisatie kwam naar voren dat er binnensteeds nog zo'n 300 a 400 woningen toegevoegd kunnen worden.

Het middengebied spoorzone-noord, omgeven door de Nieuwe Schoolweg, de Niermansgang/Visserijstraat en de Molenstraat , is een belangrijk onderdeel van de inbreidlokaties. In het masterplan 2011 is vastgelegd dat de uitbreiding van de binnenstadsbewoning op deze plek overwegend middels grondgebonden woningen met kleine tuintjes plaats zal vinden.

Verdere uitgangspunten voor dit gebied:

- hoge beganegrondhoogtes aan de voorgevels

- eigen parkeerplaats op eigen grond

- bezoekersparkeren in de openbare ruimte

- de bestaande, waardevolle bomen in het plan integreren

- zoveel mogelijk voorgevels grenzend aan de openbare ruimte (geen voortuinen)

De nieuwbouw voor het Leger des Heils, 6 woningen aan de Nieuwe Schoolweg en 8 woningen aan de Molenstraat zijn inmiddels in het kader van deze plannen gerealiseerd en verkocht. De voorzijde van de woningen telt 4 bouwlagen, de achterzijde 3.

De kavels meten 100 a 150 m2, incl. p-plaats op eigen grond. Er is dus erg compact gebouwd, hetgeen vragen oproept omtrent bijv. speelruimte voor kinderen. De bestemming is grotendeels woonbestemming. Andere functies vereisen eerst een wijziging van het BP. Aan de cultuurmijl is de mogelijkheid van ateliers opengelaten (de verhoogde begane grond maakt dit mogelijk).

De aansluitende discussie gaat over ambitie en allure, over de toepassing van groene daken, over de aanjaagfunctie voor toekomstige plannen en over mogelijke problemen met (te) hoog grondwater.

Vervolgens komt Ruud van der Koelen, architect bij Van der Jeugd architecten te Enschede aan het woord.

Zij hebben voor eigen rekening en risico het gebied ingesloten door Deurningerstraat. Lasondersingel en busbaan bij de kop gepakt. Het eerste plan voorzag in een verhoogd woningpeil van ca. 80 cm t.o.v. de busbaan (zoals het profiel van de Lonnekerspoorlaan). Daardoor kon een halfverdiepte parkeerbak in de plannen worden opgenomen. Bij de (financiële) doorrekening bleek deze variant (helaas) onhaalbaar, en werd gekozen voor parkeren op maaiveld op het binnenterrein.

Voor de Deurningerstraat werd gekozen voor verhoogde begane grond aan de voorgevel, zodat functiemix kan plaats vinden (winkels of ateliers). Het ontwerp is gericht op diversiteit op een projectmatige wijze. De gedachte is dat de individuele bewoners op basis van een matrix keuzevrijheid hebben in de gevelindeling. Het programma ziet in een mix van appartementen en grondgebonden woningen.

Er zijn 2 alternatieven ontwikkeld. Eén gaat uit van een opbouw van individuele panden, de ander heeft het karakter van losgeknipte blokken. De appartementen kunnen zowel in huur als in koop afgezet worden. De grondgebonden woningen worden koop. De geluidsbelasting door de busbaan zal niet afwijken van de nieuwbouw aan de Lonnekerspoorlaan. De functie van de gereformeerde kerk blijft onveranderd.

In de discussie wordt o.a. stil gestaan bij de mogelijkheid om ooit de bouwblokken op te toppen. Het BP laat daar nu geen ruimte voor.

Na optredens van Moes en Hanneke komt Erik Richters, projectontwikkelaar en -manager van SOM=, huisvestingsadvies, met vestigingen te Oldenzaal, Zwolle, Amsterdam em Rotterdam, aan het woord.

Erik werkt met een team van 15 mensen aan invul- en renovatieprojecten, vaak met een herontwikkelings en hergebruikopdracht. Vanavond neemt Erik ons mee naar de zoektocht voor rehabilitatie van de oude fabriek van Van Heek&Co op de kop van de Lage Bothof, grenzend aan de Edo Bergsmabrug. De fabriek toont als een rotte kies.

De rudimenten van de oorspronkelijke bouw waren in de jaren 80 weggewerkt achter stalen damwandplaten. In een deel van het pand zat en zit een Emté-supermarkt . Emté wil ter plaatse blijven zitten en de nieuwe huis(en gebouw)stijl introduceren. Eigenaar van het complex is Oranjerock uit Emmen, die de panden kocht van de woningbouwvereniging De Woonplaats. Doel van de ontwikkeling: focus op kwaliteit en duurzaamheid. Het eerste uitgangspunt ging uit van handhaven van de bestaande constructieve casco's en toevoegen van nieuwe gevels, samen met Emté de supermarkt upgraden en op het braakliggende terrein nieuwbouw toevoegen en uitbreiding van de parkeermogelijkheden. Nadat een deel van de stalen gevelbeplating verwijderd was kwam een redelijk gave gemetselde gevel voor de dag, alsmede een 1.200 m2 grote kelder, die beter bruikbaar was, dan oorspronkelijk gedacht. N.a.v. deze vondsten werd besloten de bestaande (oorspronkelijke) gevels zoveel mogelijk in oude luister te herstellen en de gevels van de uitbreiding hierop af te stemmen.

Het projectteam bestaat inmiddels, naast SOM=, uit Paul Wolters architect van Studio DAD-architecten en Snelder-Zijlstra bedrijfsmakelaardij. In de planvorming is het project inmiddels uitgebreid met appartementen bovenop de oudbouw. De daken worden groendaken waardoor o.a. de duurzaamheid wordt bevorderd en het uitzicht op de daken verbeterd. De toevoeging van een gezamenlijke corridor voor ontsluiting van de diverse functies was een doorbraak in de planvorming.

Inmiddels is het plan in een stroomversnelling gekomen. In 2018 moet alles gereed zijn.

In de aansluitende discussie wordt ingegaan op handhaving van elementen uit het (textiel)verleden van het gebouw (de zgn. Gherzi-weverij, gebouwd in de jaren 50, en daarmee één van de laatste grote uitbreidingen van de Enschedese textielindustrie)

Kan een deel van de sheddaken gehandhaafd blijven? Is de situering van de parkeerplaatsen i.v.m. bezonning en groentoevoeging wel ideaal? Kan de duurzaamheid verbeteren door de toevoeging van pv-panelen op de daken? Wellicht is het kwaliteitsniveau van het plan met enige gerichte ingrepen te verbeteren?

Nadat Hanneke Nijs en Moes Wagenaar nogmaals hun muzikale en poëtische inbreng hebben laten horen, sluit Peter van Roosmalen, coördinator van het Architectuurcentrum Twente de avond af met een woord van dank aan iedereen die vanavond heeft bijgedragen aan het welslagen van deze avond, de inleiders zeker niet in het minst.

Peter brengt het komende programma van het architectuurcentrum en het SCI, de gemeente Enschede en de bedrijven en instellingen die het AcT ondersteunen onder de aandacht en roept de aanwezigen op om donateur van het Architectuurcentrum Twente te worden.