Binnentuin & Cottagetuin zijn mooiste tuinen van Twente

Tot het laatste moment bleef het spannend; wie heeft de mooiste tuin van Twente? De tien geselecteerde tuinen zijn de afgelopen weken beoordeeld door zowel een deskundige vakjury als door het Twentse publiek. Op woensdag 19 oktober werden tijdens een feestelijke avond in de parklocatie de Jaargetijden in het Volkspark te Enschede, de winnende ontwerpen bekend gemaakt en ontving de eigenaar van de mooiste tuin van Twente dé publieksprijs 'Archie'. Dit jaar werd tevens voor het eerst ook een speciale vakjuryprijs worden uitgereikt.


Het publiek van Twente en de deelnemers aan de mooiste tuin van Twente stroomden de zaal binnen en werden voor binnenkomst verwelkomd met een staaltje vakmanschap door de wereldkampioen motorzagen John van Kampen. Wat de deelnemers van de mooiste tuin van Twente niet wisten is dat de 100kg wegende tuinkabouter die daar ter plekke werd gemaakt de prijs was voor de winnende tuin volgens de vakjury. Binnen was het aangenaam sfeervol door de tuin muziek van het Geert Braam ensemble en werd de avond gepresenteerd door de RTV oost presentatrice Inga Tjapkens. Het hoogtepunt van de avond was natuurlijk de bekendmaking van de mooiste tuin van Twente.


In een nek aan nek race tussen een aantal tuinen en pogingen tot fraude was het tot het laatste moment spannend wie de publieksprijs in ontvangst mocht nemen. Dolf Ruesink van de Twentsche Courant Tubantia heeft zich niet 'om de tuin laten leiden' door alle dubbele inzendingen en heeft de stemmen nauwkeurig geteld en de publieksprijs 'Archie' 2005 ging dit jaar naar de Cottagetuin in Boekelo van de familie Hissink-Kamp. De vakjuryprijs ging dit jaar naar de binnentuin in Hengelo van de familie Beijen. Uit handen van juryvoorzitter Naud Wijhoven kregen zei de houten tuinkabouter. Nadat iedereen de prijzen in ontvangst had genomen werd er onder het genot van een drankje en spetterend optreden van de band Cool Credits nagepraat.


De oorsprong van de particuliere tuin

Tekst bij powerpointlezing gehouden op 19 okt. 2005  ter ere van de prijsuitreiking voor de mooiste particuliere tuin. Een publieksprijs georganiseerd door het Architectuurcentrum Twente en het dagblad Tubantia.

Waar komt het vandaan, dat we zoveel aandacht geven aan onze tuinen? Wat is het dat we al eeuwen lang onze stempel zetten op de omgeving louter met het doel ervan te genieten? Als we naar onze tuinen kijken die we nu aanleggen dan lijkt het wel of onze huizen steeds groter en comfortabeler worden en de lapjes grond eromheen steeds kleiner. We beschouwen dat stukje grond steeds meer als een verlengstuk van het huis, met dezelfde energie en kosten gaan we het inrichten. Soms liggen de lapjes grond als een terras aan het water. Vaak liggen de tuinen aan de achterkant. Bijvoorbeeld in de oudere stadswijken en tuindorpen. En soms hebben we wat meer ruimte als we op het platteland of in een klein dorp wonen. Echte dorpstuinen, beplant met hagen en een enkele vruchtboom. Tuinarchitectuur is een wat zwaar begrip bij de tuinen die we net zagen maar toch wil ik er wat over zeggen. Ik zal dat doen aan de hand van eigen schetsen die ik in Europese tuinen heb gemaakt.


Wat is tuinarchitectuur? Het heeft te maken met drie aspecten. Volgens mij willen we met een tuin onze manier van leven uitdrukken. Of we status of macht hebben, of we liefde voor ons bestaan hebben. Maar ook is er altijd een programma. We hebben de tuin omdat die ons ten nutte is, bijvoorbeeld om groente uit te oogsten of om in uit te rusten. Op het hoogste niveau van deze piramide van Maslov is de tuin zelf het onderwerp. De tuin krijgt een eigen identiteit doordat we gaan werken met ontworpen ruimten, schaal, maat, kleur en dergelijke. Het wordt een vormgegeven verlengstuk van onszelf. Wij gaan onszelf ermee verwerkelijken.


Wat is dat; ruimtekunst? In de Renaissance geldt de beleving van opeenvolgende ruimten met eigen betekenissen. Hier een 16e eeuwse Portugese villa met een voorhof en binnentuin, tuinkamers aan het pad waar vanuit we uitzicht over het landschap hebben. Vervolgens het waterbassin en de koppeling met het dorp.Een geheel van opeenvolgende ruimten. Of de 18e eeuwse Baroktuin met het centrale perspectief. Allemaal gericht op het kasteel. Het winterpaleis van Peter de Grote nabij St. Peterburg. Of de ruimtekunst die uitgaat van de beweging. De Engelse landschapstijl. Het wandelen door een landschap met steeds wisselende taferelen. Griekse replica’s staan als decorstukken langs de zichtlijnen en tussen de grote boomgroepen. Of de Cottagestijl die uitgaat van aparte tuinkamers en die veel meer afgeleid is van de middeleeuwse boerentuinen. Gertrude Jeckill experimenteerde aan het begin van de 20e eeuw met kleuren en blad texturen in borders. Mien Ruijs heeft dat bij ons in Nederland geïntroduceerd.


De particuliere tuin draagt kenmerken van alle perioden. Hij is weggelopen uit de patio en het atrium van de Romeinse villa. De particuliere tuin is ook weggelopen uit de renaissance tuin. Het waterbassin uit de Portugese of moorse tuinen is nog altijd favoriet. Onze hagen en vakken met kruiden en de streng vierkante indeling komt uit de middeleeuwse kloostertuin. Ook is de particuliere tuin weggelopen uit de middeleeuwse tuin met vruchtbomen, die symbool stonden voor de liefde. Of een weggelopen tuinfragment uit de renaissancetuin. Hier een centrale as met een uitzicht over het Toscaanse landschap. De mooiste tuin die ik ooit heb gezien: Villa Camberiaia. Interessant dat het huis naast de organiserende as staat.
Of de kleine tuin is weggelopen uit een grotere Roccocotuin, waar de symboliek van het tuinonderdeel bovengeschikt is aan het totaal. Je struikelt als het ware over beelden, fonteinen, vazen etc. Een mooi voorbeeld daarvan is Sanssouci bij Potsdam. Hoge hagen bepalen de samenhang en ordening,daarachter liggen de meest verschillende tuininvullingen: Doolhoven, Chinese tuinen, of bostuinen. En daarmee zijn we ook aangekomen bij de populaire Engelse landschapstijl. De glooiingen, de gebogen vormen en de vloeiende lijnen van het water.
Al die tuinstijlen hebben iets te maken met onze houding ten opzichte van de natuur. Bijvoorbeeld in Finland is er van oudsher geen agrarisch cultuurlandschap. Daar staan de huizen gewoon rechtstreeks in de natuur, het bos. Tuinen kennen daar geen overgang naar het landschap maar contrasteren ermee.
In Nederland, maar bijvoorbeeld ook in Zuid Zweden hebben we het land zorgvuldig ontgonnen. De verkavelingspatronen van de oude cultuurlandschappen lopen door in de tuinen. De tuinen zijn de schakel tussen het huis en het cultuurlandschap. De laatste jaren is er steeds meer sprake van een meer stedelijke en meer kosmopoliete houding ten opzichte van de natuur. De tuin wordt beschouwd als een soort van balkon in contrast met de omgeving. Ook de tweede prijswinnaar van de publieksprijs heeft een dergelijke terrastuin gelegen aan het bos. De abstracte natuurbeleving van licht en wolken. Bijna het Finse idee.
De nieuw zakelijke tuin is als het ware opgelost in de confrontatie van huis en landschap. Hier het voorbeeld van de museumtuin van het Stedelijk museum van de ontwerper Hans Warnau. Maar ook de studentenhuisvesting van architect Herman Haan op de UT Campus is een mooi voorbeeld van een moderne tuinbenadering.


Het gaat om hoofdordening, detail en balans. Als we terugkijken overheerst soms de hoofdordening, zoals de Baroktuinen van Peter de Grote. Alles is gericht op het kasteel. Alles is daaraan ondergeschikt. Soms overheerst het detail, zoals in de Rococotuinen met de soms, in onze ogen, overdadige ornamentiek. Soms is het prachtig in balans zoals de renaissancetuin van villa Camberiaia.


Mijn boodschap voor de particuliere tuin is dan ook dat het gaat om de balans. Het gaat om een evenwicht tussen de architectonische hoofdlijn, de beplanting en het
meubilair, de ornamentiek.  De beplanting met kleuren en texturen is net zo belangrijk als de indeling van de tuin. En als het goed is moeten de ornamenten zoals meubilair, vazen, beelden en dergelijke de tuin niet overheersen maar ondersteunen. Dat is dan ook de overeenkomst tussen de prijswinnaars voor de particuliere Twentse tuin in welk kader deze lezing is gehouden. Het gaat om evenwicht tussen de ruimtelijke indeling, de beplanting en de ornamentiek.

Ik dank jullie voor de aandacht.

Piet Ziel Tuin- en landschaparchitect bnt. Werkzaam bij Royal Haskoning, vestiging Enschede