Het kanaal als ruggengraat voor gebiedsverbetering ?

Donderdag 26 september 2002
Dans- en partycentrum Elkerbout, Almelo
Aanwezigen: ongeveer 140


Opening

Peter van Roosmalen heet iedereen welkom namens het bestuur en de programmacommissie van het Architectuurcentrum Twente. Deze avond is een inleidende avond over het Kanaal Almelo – Nordhorn. Er zullen vier inleidingen gehouden worden waarna er een paneldiscussie zal zijn. Na de enkele huishoudelijke mededelingen, geeft Van Roosmalen de microfoon door aan Ben Harsta die een uitleg zal geven over de opzet van deze avond.


Inleiding

Ben Harsta gaat nog even in op het artikel dat in de Tubantia stond over de plannen rondom het Almelo – Nordhorn Kanaal. Hierbij moet benadrukt worden dat het architectuurcentrum een platform is. Initiatieven komen van elders. Bij het ontwikkelen van plannen voor het Almelo – Nordhorn Kanaal is het architectuurcentrum inhoudelijk niet betrokken. Het architectuurcentrum fungeert hier als opmaat voor discussie waaruit weer andere activiteiten voort kunnen vloeien zoals workshops, lezingen of het aanmelden van projecten voor subsidies. 

Op de Universiteit Twente is door de wetenschapswinkel onderzoek gedaan. Er is een boekje gepubliceerd, onder redactie van Dick Schlüter: driedubbel pleidooi voor vorming cultuurhistorisch landschapspark Kanaal Almelo - Nordhorn. De inhoud is gebaseerd op de artikelen uit de Roskam betreffende het Almelo – Nordhorn Kanaal. Het boekje is verkrijgbaar bij st CHE Almelo, Jeanette Rohring, ed.jhf.r@planet.nl. 

De volgende sprekers zullen aan het woord komen:
Dick Schlüter
André Jansen
Albert Groen
en Frank Otto

Han Pape, hoofdredacteur van de Roskam, is de discussieleider, zal de paneldiscussie leiden en de mogelijkheid bieden voor het stellen van vragen na iedere inleiding.
De wens wordt uitgesproken dat de gemeente Almelo het voortouw wil nemen in de ontwikkelingen rond het kanaal.
Ter toelichting op Belvedère: dit is een ontwikkelingsfonds voor cultuurhistorie, waarin geld beschikbaar is voor regiospecifieke projecten, voordat het echter zover kan zijn is er eerst een ontwikkelingsplan nodig.
In de pauze zal een video te zien zijn van het Almelo – Nordhorn Kanaal, zowel vanuit de lucht als vanaf de grond. De video is gemaakt door Mart IJspeerd, programmaraadslid van het Architectuurcentrum en stedenbouwkundige bij de gemeente Almelo.


De sprekers

Dick Schlüter
Dick Schlüter levert een bijdrage op het gebied van de cultuurhistorie, hij geeft zijn opvatting/inzicht over de cultuurhistorische mogelijkheden van het gebied. Hij is historicus en momenteel coördinator van de wetenschapswinkel van de Universiteit Twente. Op verzoek van het Architectuurcentrum Twente heeft hij naar de cultuurhistorie rondom het kanaal gekeken, hierbij geïnspireerd door het werk wat enkele studenten al gedaan hadden. 

Het gebied moet niet verrustiekt worden maar in zijn totaliteit benaderd worden met het kanaal als as of levensader waarbij de omliggende gebieden worden betrokken. Deze aanpak heeft de voorkeur boven een versplinterde of geen aanpak. De mogelijkheden wat betreft cultuurhistorie liggen op het gebied van bouwwerken, landschap en de ontwikkeling in de loop der tijd.

Het gebied is door geologische en geomorfologische ontwikkelingen (grondgebruik en vestiging) heel divers. Het Kanaal Almelo –Nordhorn vormt een verbindingsas tussen deze gebieden. Het kanaal is op zichzelf ook historisch. In 1887 is het eerste gedeelte gegraven. Techniekgeschiedenis vormt een belangrijk deel van deze historie. Elementen waaraan gedacht kan worden zijn bruggen, het oudste aquaduct in Nederland, het sluizenhuis en de brugwachterswoningen. Deze elementen moeten niet alleen behouden worden maar ook in toekomstperspectief gezien worden. Het is aantrekkelijk om de historische elementen weer in werking te zien en daarnaast kunnen ook weer nieuwe elementen toegevoegd worden. 

Door middel van dia’s wordt getracht een lans te breken voor een toekomstige totaalaanpak van het gebied:
• De sluizen zijn karakteristiek, tussen Almelo en Nordhorn moet 12 meter overbrugd worden. De dubbele sluis bij Weerselo is nog behouden.
• De sluizencomplexen zijn opgetrokken uit hout en ijzer. Deze kunnen ook weer in gebruik genomen worden. Anderen zijn inmiddels vervangen door dammen.
• De basculebrug (ophaalbrug) is kenmerkend. Door andere uitvoeringen van bruggen toe te passen kan inzicht gegeven worden in de uiteenlopende mogelijkheden.
• Rond Singrave is het gebied opgeknapt, hieruit blijkt de versplinterde aanpak. Deze hangt vaak samen met de gemeentegrenzen.
• Cultuurhistorische elementen als het gerestaureerde en in werking zijnde sluizenhuisje voegen componenten toe in het wandelgebied. Hierbij kan ook gedacht worden aan boot of kano routes en demonstraties van cultuurhistorische elementen in werking. Daarnaast kunnen ook gebieden worden aangewezen als rustgebieden.
• Naast de functie van oude elementen hebben de oude technologieën op zich ook een schoonheid.
• Uit luchtfoto’s blijken andere elementen die een verhaal vertellen. Daaronder vallen de grafheuvelcomplexen, heide- en dennenvelden om stuifzand vast te houden en de stuw wal. Ook is er een walburcht waarvan het grachtenstelsel nog zichtbaar is. Deze kunnen weer herkenbaar worden gemaakt.
• In het gebied zijn verschillende edelmanshuizen: huize Heerickhaven, Almelo, Singrave en Eeshof. Deze vormen een geheel met de omgeving door ontginningen en pachthuizen, dit komt vaak niet tot uitdrukking terwijl dit juist meerwaarde aan het gebied kan geven.
• Ook zijn er nog huisplaatsen: de grachten zijn nog herkenbaar, de bebouwing is verdwenen. Ook deze kunnen door gericht beheer herkenbaar gemaakt worden.
• Boomgaarden en plaatsen voor het spoelen van de was en bleken zijn ook kenmerkend.
• Door watermolens weer in werking te nemen (Heerickhaven, Singraven, Nordhorn) kan sfeer gecreëerd worden. Singrave is hiervoor een voorbeeld hoewel dit ook nog uitgebouwd kan worden.
• Het Engelse landschap met de oprijlaan en bossages is kenmerkend voor Singrave
• De bouwhistorie van de edelmanshuizen gaat terug naar de 17e eeuw, daarna zijn deze verbouwd. Deze moeten niet terug ontworpen worden, met de verbouwingen vertellen ze een verhaal.
• Ook al zijn gebieden in particulier bezit, ook deze kunnen opengesteld worden.
• Pachtboerderijen hebben een eigen verhaal, zij kunnen de functie behouden maar daarnaast toegankelijker gemaakt worden of als demonstratieboerderijen dienen van hoe het vroeger was of hoe het nu gaat.
• Ook bouwvallen bewaren: eigen waarde. Er moet niet kapot gerestaureerd worden: te mooi gemaakt. Aan oud is te zien dat er geleefd is.
• Ook kerkelijke gebouwen: klooster behouden door evenementen bijdragen aan belevingswaarde en attractieve kant.
• Veel oude gebouwen hebben interessante details zoals de ramen in een kerk.
• Stiftshuizen zijn verdwenen maar in Weerselo opgebouwd aan de hand van oude bouwtekeningen.  
• De kerk van Saasveld is gebouwd op de plek van een slot, aan de omgeving is dit nog goed te zien.
• Marke steen: hiervan kan een route gemaakt worden met meerdere stenen er in.
• Van de molens kan een molenroute gemaakt worden.
• Folklore moet behouden blijven, er moeten mensen heen kunnen om het mee te beleven, als toerist deelgenoot te zijn van een oud gebruik maar de bewoners moeten in hun eigen waarden gelaten worden. Hierbij valt te denken aan paasgebruiken of midwinterhoornblazen, het laatste is dan wel weer een beetje opgeklopt.

Door het Kanaal Almelo – Nordhorn op deze wijze te benaderen kan het toerisme in Twente een andere benadering krijgen, niet per plaats maar voor het gehele Almelo – Nordhorn Kanaal waar ook het Duitse gebied onder valt.

Vragen
Mark van Hus: alleen de positieve kanten zijn belicht, zijn er ook negatieve kanten?
→ Er moet in de gaten worden gehouden dat de sturing in handen blijft van gemeente, provincie en andere betrokkenen. Ootmarsum is een voorbeeld van waar het te ver is gegaan: het is te toeristisch.

Han Pape: hierin schuilt een tegenstrijdigheid: enerzijds gaat het om de beleving en worden dingen gerestaureerd terwijl aan de andere kant ook te zien moet zijn dat het oud is.
→ dat is altijd dubbel, nu is de trend om het verhaal te behouden terwijl alles straks misschien weer terug gerestaureerd wordt. Maar door nu wat te ondernemen en te ontwikkelen kan meerwaarde worden geboden aan bezoekers en voor bewoners in de vorm van trots.

André Jansen
André Jansen is senior beleidsmedewerker van Vitens (voorheen waterbedrijf Overijssel, nu samengevoegd met Gelderland), maar spreekt vanavond op persoonlijke titel. 

Allereerst wordt een serie beelden getoond van natuurgebieden in en om het gebied Almelo – Nordhorn waaruit blijkt dat je voor iets moois niet naar een ver buitenland hoeft. André heeft in het gebied Almelo – Nordhorn veel onderzoek gedaan, daar komen de getoonde beelden ook vandaan.
In zijn inbreng staat de natuur centraal. Hierbij zal hij in gaan op de vraag of het kanaal als ruggengraat een mogelijkheid biedt voor gebiedsverbetering uit het oogpunt van natuur.
Hiernaar zijn al eerder pogingen ondernomen:
In 1946 wilde de contactcommissie Natuur en Landschapsbescherming een Nationaal park voor het behoud van natuur en menselijke natuur. Na de oorlog was hier echter geen ruimte voor, alle woeste gronden moesten immers worden aangewend voor de productie van voedsel.

In 1975 werden de drie groene nota’s gepresenteerd. Door protest van agrariërs in het gebied tegen de plannen is hier echter niks van terechtgekomen. Nu, in 2002 zijn weer nieuwe plannen:
• Het kanaal als de ruggengraat voor gebiedsverbetering:
Dit sluit aan bij het plan waterbeheer 21e eeuw (vasthouden, bergen en afvoeren ter voorkoming van overstromingen), bij de ecologische hoofdstructuur en bij het plan groen in en om de stad.
Aan dit idee kan invulling gegeven worden door bij het kanaal ook de belangrijkste beekdalen te betrekken die samen een systeem vormen en door de natuur in areaal en kwaliteit te verbeteren kan toegevoegde waarde gecreëerd worden.
• Het kanaal als loopplank van de kop van de netwerkstad naar Duitsland:
Hieraan kan invulling worden gegeven door fiets-, wandel-, ruiter- en kanoroutes te maken. Daarnaast kunnen deze routes gekoppeld worden aan groenblauwe dooradering. In het kader van de cultuurhistorie kan de Nederlandse natuur ook beschouwd worden als (levende) cultuurhistorie. Hierbij wordt gepleit om bij de inrichting aan te sluiten bij het kleinschalige Twentse cultuurlandschap. Rust en ruimte moeten hierbij gewaarborgd worden als belangrijke functies.
• Behouden door ontwikkelen:
In het gebied komen zeldzame planten voor door het unieke landschap, dit moet behouden worden. Daarnaast kan gewerkt worden aan het herstel van het natte heidelandschap. Hiertoe kunnen met behulp van de techniek oude reliëfs terug gebracht worden en kan de waterstand weer terug gebracht worden in de oude staat waardoor variabele standplaatsen ontstaan.
• Er wordt gepleit voor een vierde aandachtspunt:
Grenzen verkennen en erkennen. Hieraan ligt ten grondslag dat zonder ontwikkeling alles verloren gaat. Er is dus een inventarisatie nodig van wat behouden moet worden, met indien nodig enige ingrepen, en waar ruimte is voor nieuwe ontwikkelingen. Hiervoor moet een afweging worden gemaakt tussen economische en ecologische argumenten waarbij ook rekening moet worden gehouden met vervangbaarheid.

Concluderend kan worden gesteld dat een cultuurhistorisch landschapspark:
• Toekomst gericht moet zijn
• Een goed idee is en ook veel kansen voor ecologie biedt
• Alleen mogelijk is als er draagvlak is bij bestuur en bevolking, anders gebeurt er net als met de andere plannen niks mee
• Een integraal plan moet zijn.

Albert Groen
Albert Groen is sectorhoofd recreatie en toerisme van de regio Twente. Hij gaat in op de vraag of er een recreatief economische kans ligt voor het Almelo – Nordhorn Kanaal.

De landbouw staat onder druk doordat er voor veel bedrijven geen opvolgers zijn. Onder invloed van het reconstructiebeleid wordt land dat vrij komt, moet opnieuw toegedeeld worden aan verschillende functies. Recreatie en toerisme kan geen vervanging zijn voor de landbouw omdat het veel kleinschaliger is. Het kan wel veel belangrijker worden dan nu het geval is maar dan moet er wel ruimte voor worden vrijgemaakt. Mogelijkheden om het gebied aantrekkelijker te maken  worden gezien in waterlopen die door een aantrekkelijk landschap de recreatieve potenties kunnen vergroten. Daarnaast kan een versterking van de cultuurhistorische waarde de aantrekkelijkheid vergroten en moet het gebied goed toegankelijk zijn, wat bijvoorbeeld via het water gerealiseerd kan worden. Concreet kan dit voor Kanaal Almelo – Nordhorn worden ingevuld door een economische impuls te geven waardoor recreanten naast natuurbeleving straks ook geld uit kunnen geven wat de economische positie van het kanaal weer versterkt. Verder kan behoud of uitbreiding van de  cultuurhistorische elementen bijdragen aan de aantrekkelijkheid en kan een versterking van de Euregionale samenwerking meerwaarde geven. Een eerste onderzoek is inmiddels geweest, nu moet draagvlak gecreëerd worden. Hiertoe kan onder meer een economische effect rapportage opgesteld worden.

Samengevat maken de ontwikkelingen op landbouwgebied het noodzakelijk versterking te zoeken voor het beheer en economische draagvlak van het platteland. De Twentse kanalenvisie kan een kans zijn mits hiervoor een Euregionale aanpak wordt gekozen. Hier zal heel zorgvuldig mee omgegaan moeten worden; het landschap is het kostbaarste kapitaalgoed.

Behalve aan cultuurhistorie en natuur moet ook verder gedacht worden, er moet naar een afgewogen oplossing worden gezocht.

Frank Otto
Frank Otto is stedenbouwkundige in Duitsland. Hij begint met een inleiding in het Nederlands maar gaat daarna over op het Duits.

In Nordhorn loopt het Almelo – Nordhorn Kanaal door de stad. Er zal ingegaan worden op hoe Nordhorn hiermee omgaat. Er is gestreefd naar het weer bevaarbaar maken van het kanaal. De kunstwerken zijn weer in functie, maar bewegen niet. Voorheen was de textiel heel belangrijk aan het kanaal, nu deze verdwenen is worden twee grote gebieden langs het kanaal ingericht.

In Duitsland is het de gewoonte dat huizen apart worden gebouwd, dus niet door een grote projectontwikkelaar. In dit gebied is daar vanaf geweken zodat de eenheid in het gebied bewaard blijft. Er is gestreefd naar een hoogwaardig woonverblijf, met schoon water in de omgeving. De relatie van de mens met de bodem en het water staat centraal. Hierbij is een eenduidige architectuur gerealiseerd waarbij ook ruimte is voor groen en er is een plaats voor enkele overblijfselen van de oude industrie. Het water is voor boten toegankelijk. Op het land zijn er smalle wegen en kleine garages. Ook is er ruimte voor kunst ingeruimd. Ook voor ouderen zijn er woningen aan het water beschikbaar.


Paneldiscussie

Dhr. Van Kooij: wat is het belang van de Twentse Architect bij het landschapsplan?
→ (Dick Schlüter) het gaat om een groot gebied, dit biedt een uitdaging voor de architect en planoloog. Daarnaast kan ook in de stedelijke omgeving het water worden betrokken

Harm Eek (waterschap Regge en Dinkel): aan welke vormen van recreatievaart wordt gedacht?
→ (André Jansen) het gaat hier niet om grootschalige vaart. Bij voorkeur geen motorboten vanwege de rust en ruimte, hiertoe zullen de grenzen echter nog verkend en erkend moeten worden. Dit kan voorlopig ook nog even open gelaten worden, eerst kan beter naar de gemeenschappelijke punten gekeken worden. Persoonlijk is André Jansen niet voor motoren.
→ (Frank Otto) in Duitsland wordt gebruik gemaakt van fluisterboten. Daarnaast zijn er geen beweegbare bruggen dus het kanaal is niet toegankelijk voor grote boten.

Hans Roose: staat het toestaan van motorboten niet lijnrecht tegenover het idee van het Twents landschapspark?
→ (Dick Schlüter) vanuit een boot kan de omgeving ook beleefd worden

mevr. Van de Boot: wat is nou het plan, er zijn namelijk al veel toeristen die voor de rust komen en die de bijzondere plekken ook al kennen. Waarvoor is deze grootschalige opleuking dan nodig?
→ (Dick Schlüter) er moet aan de toekomst gedacht worden, als er niks gebeurt blijft het kanaal een afwateringssloot en blijven de historische elementen zonder samenhang.
→ (André Jansen) wil wel een keer met mevrouw Van de Boot en andere geïnteresseerden het gebied in om de kansen voor verbetering te laten zien.
Mevrouw Van de Boot: tegen verbeteringen voor horden toeristen, dan blijft er niks van over.

Dhr. Boelen: hoe kunnen bedrijven, die nou eenmaal niet tegengehouden kunnen worden ingepast in het landschap?

Dirk Baalman (Oversticht): er wordt hier door stad over land gepraat, belangen bewoners worden over het hoofd gezien, wat zijn hun belangen? Wat hier uitgedacht wordt, wordt door hen vervolgens weer verwijderd omdat het niet geschikt is voor agrariërs.

Paul Bult: er moet voorzichtig omgesprongen worden met het kanaal. Als er eenmaal lintbebouwing is is het niet meer ongedaan te maken. De aanpak in Duitsland oogt goed, daar is er goed mee om gegaan.

Michiel Wijnen: hoeveel gaat het kosten?
→ hiervoor dient een economische effect rapportage
het kan hier niet altijd bij het oude blijven, economische actualiteit is noodzakelijk. Op basis van onderzoek moeten afwegingen worden gemaakt.
??: is het niet zo dat als er onderzoek is gedaan dat er dan geen nee meer gezegd kan worden omdat er al geld in is gestoken
→ het gaat om het creëren van draagvlak. Als er niks wordt gedaan gaat de situatie achteruit, beheer is noodzakelijk.

Om 2230 wordt de discussie, en daarmee de avond beëindigd.