Crisis heet nu: De nieuwe realiteit

Op 28 mei 2013 organiseerden BNA Kring Twente en Architectuurcentrum Twente in Enschede een bijeenkomst rond de vraag: Wat wordt de nieuwe rol van de architect? Willem Hein Schenk voegde daar als voorzitter van de BNA een vraag aan toe: ... en wat kan de BNA doen om daarin een ondersteunende partij te zijn?

Vier inspirerende en discussie oproepende presentaties van in de regio Twente actief zijnde architecten vormden de hoofdmoot van de bijeenkomst die door ruim vijftig vakgenoten werd bezocht. De vier van Twente zijn exemplarisch te noemen voor de ‘nieuwe’ architect. Ze onderscheiden zich als concept-architect of als ontwikkelende-architect, als architect-bouwer of als BIM-architect. Opvallende overeenkomst: ze volgen alle vier hun persoonlijke voorkeur die past bij hun karakte. En: alle vier startten met hun specialisatie nog voor dat de crisis in 2008 in volle omvang tot ons kwam. Maar voordat de vier aan het woord kwamen, introduceerde Willem Hein Schenk, architect en directeur bij de Zwarte Hond Rotterdam/Groningen maar deze avond sprekend als voorzitter van de beroepsvereniging BNA, aan het woord.

Speerpunten in BNA-beleid

De introductie van Schenk gaf in vogelvlucht de context waarin de huidige architect moet opereren en zich moet zien te handhaven. Projecten die vijf jaar geleden nog konden worden gerealiseerd, lijken nu een onmogelijkheid. Omvang en omzet van de branche zijn gehalveerd. Het zijn structurele veranderingen, zowel maatschappelijk als in de bouwsector. Crisis heet daarom vanaf nu ‘De nieuwe realiteit’. Volgens Schenk zijn er nu dan ook veel positieve invalshoeken waarvan de nieuwe architect gebruik kan maken. Er is ruimte voor de ondernemende architect die zijn focus weet te verleggen van ontwerp naar proces, die een hybride rol kan spelen in de branche en die zijn maatschappelijke kracht weet uit te leggen aan zijn opdrachtgever. Hij is niet alleen dienstbaar, maar ook ondernemend. Kortom: veranderen is noodzaak! Schenk: “Kijk naar levensvatbare segmenten in de markt; analyseer die en maak een keuze in wat het beste bij je past. Ga strategische samenwerkingsverbanden aan om de gekozen specialisatie te kunnen waarmaken en maak aan nieuwe markten je nieuwe rol bekend.” Ook de BNA zal in die strategie een rol moeten spelen. “Speerpunten in dat beleid is het steunen van sterke bureaus met kansrijke markten die een toegevoegde waarde zijn voor opdrachtgevers,’ aldus Schenk. En ook de BNA zal samenwerking moeten aangaan. Met branchegenoten maar ook met andere branches. Samenwerking is ook een terugkerend element in de presentaties die volgden.

Michiel de Wit: ik wil nu ook aannemer worden

Architect Michiel de Wit van Project.DWG uit Enschede is ook bouwer, maar ook initiator van inspirerende en aansprekende ruimtelijke vertalingen van maatschappelijke thema’s. Negen jaar gelden zag Michiel de Wit (toen nog samen met Hein Geerdink) in de wederopbouw van de Enschedese wijk Roombeek kans om meerdere vrije kavels te voorzien van woonhuizen op maat. Ook zijn eigen huis, annex kantoor heeft hij hier gebouwd. In vooral dat laatste project leefde hij zich uit in het zoeken naar grenzen en was hij naast ontwerper ook de bouwer. Zijn ervaringen kon hij met succes inzetten in Almere waar hij in het project ‘Ik Bouw Beter’ 70 verschillende woningen ontwierp. In het zoeken naar grenzen begeeft De Wit zich ook op andere terreinen en neemt hij initiatieven. Hij bedenkt concepten voor hergebruik van leegstaande panden en vrijkomende binnenstedelijke terreinen. Hij ontwierp samen met beeldend kunstenaar Philip Jonkers Tijdelijke Monumenten die geëngageerdheid illustreren. Zo bouwde hij een kerk van ‘Lego’-stenen in primaire kleuren in het centrum van Enschede en bouwde hij in amper zes weken en met heel veel enthousiaste vrijwilligers het prachtige PET-paviljoen als commentaar op de enorme hoeveelheden afvalplastic in de wereld.

Op de vraag van Schenk of de crisis vat op hem heeft, antwoord De Wit bevestigend, maar: “Je moet je eigen ding doen met plezier. En die samenwerking met de kunstenaar werkt voor mij heel goed en resulteert in nieuwe collectieven en contacten. Ik hoop dat die tijd terugkomt.”

Sylvan van der Linde: ik wil de bal aan de voet hebben

Met twee voorbeelden laat Sylvan van der Linde van Van der Linde Architecten uit Deventer, zien wat hij bedoelt met ‘het proces van A tot Z’ beheersen. Zowel in het transformeren van het voormalige belastingkantoor in Almelo tot een eigentijds kantoorgebouw als in het project VetWonen, de uitbreiding van het stadion van Go Ahead Eagles in Deventer met zorgwoningen, heeft Van der Linde het initiatief genomen. “Het ontwerp is maar een heel klein deel gewest in deze projecten. We hebben met ons bureau daarmee alles onder controle kunnen houden en waren niet afhankelijk van opdrachtgevers en andere van invloed zijnde partijen. Ik wil de bal aan de voet hebben!” Overigens erkent Van der Linden dat het geld (waarmee hij doelt op de houding van de banken) tegenwoordig een probleem is om dit type projecten op te starten. Van der Linden hanteert deze methode op meerder locaties in het land en kan zo het werk naar zich toe halen. “En zogauw het opgeleverd is: snel verkopen aan een belegger!”

Schenk vraagt of de opstelling als ontwikkelaar voortkomt uit frustratie. Van der Linde bevestigt: “Ja, als je afhankelijk bent wordt zo vaak alle leuks eraf gehaald!”

Ilse Klein Brinke: verbeeldingskracht is ons belangrijkste middel

Het in Lochem gevestigde I_KB Architecten is zich sinds 2008 niet meer alleen als architectenbureau gaan profileren. Met de oprichting van I_KB Concept is gezocht naar een toegevoegde maatschappelijke waarde die vooral in het voortraject van projecten kansen biedt. Het bureau is sindsdien een ontwerpbureau en niet meer een uitvoeringsbureau, hetgeen betekende dat afscheid werd genomen van het technische personeel. Tegelijkertijd werd onder het mom van delen van kennis creëert nieuwe waarden, een schil van samenwerkingspartners om het bureau geformeerd, zoals Kerels van Staal, The New Builders en Conserve. Klein Brinke: “Onze rol is het centraal stellen van de kwaliteit van de leefomgeving waarbij we onze verbeeldingskracht als middel inzetten.” Met een groot aantal voorbeelden illustreert Klein Brinke deze werkwijze. De ingezette concepten zijn onderzoekend, vormgevend en verbeeldend met nadrukkelijk een visie op de maatschappij en op schoonheid. Klein Brinke: “Wij zijn daarin de aanjagers en dan gaat het ons niet zozeer om het eindproduct maar wel om het proces dat ingang gezet wordt.”

Wouter Zwerink: BIM is middel tot samenwerking

Na een technische vooropleiding en een studie aan de TU Delft werkte Wouter Zwerink eerst zeven jaar als architect bij IAA in Enschede om vervolgens te gaan werken in Amsterdam bij VDNDP. Dit is een ingenieursbureau dat is gespecialiseerd in BIM, het Bouw Informatie Model, dat vanuit 3D disciplines als ontwerp, constructie en installatie (en straks nog meer) samenbrengt en in een gelijke taal met elkaar laat communiceren. Volgens Zwerink legt BIM de verbinding tussen ontwerp, realisatie en beheer. En wordt het door alle partijen gewaardeerd, inclusief de architect (die aanvankelijk nog argwanend naar de rol van de BIM-specialist kijkt). Zwerink: “BIM heeft veel potentie voor de toekomst. Dit proces leidt tot betere architectuur en tot betere processen waardoor we samen kunne overleven.

Schenk vraagt zich af of dit verbeteringsproces ook leidt tot betere architectuur? Zwerink: “Ik heb niet de ambitie om het werk van de architect te gaan doen, maar omdat we in een samenwerking beter nadenken over het project en het proces, komen we ook tot betere kwaliteiten. Zo kan ik bijvoorbeeld aantonen dat aluminium in een specifieke situatie en beter en op den duur goedkopere materiaal is dan kunststof.”

Discussie: wat is de rol van de BNA?

Schenk complimenteert de organisatie voor de grote verscheidenheid aan ‘nieuwe’ architecten die zich presenteerden. “Ze zijn alle vier zo verschillend in de wijze waarop zij hun vak uitoefenen. Wat kan de betekenis van de BNA hierin zijn?”

Ilse Klein Brinke heeft enkele jaren terug haar BNA-lidmaatschap opgezegd maar zegt nu weer aansluiting te zien bij de voornemens die de brancheorganisatie voorstaat. Wel heeft ze behoefte aan nieuwe onderleggers die gebruikt kunnen worden in de nieuwe samenwerkingsverbanden met andere partijen. “Daar zou de BNA een rol in kunnen spelen.”

In breder verband ziet Schenk een BNA die contact zoekt met andere branches, “Een kernachtige BNA met daaromheen een schil van diensten die inwisselbaar zijn.” Hij denkt dan niet in eerste instantie aan organisaties die andere ontwerpdisciplines vertegenwoordigen zoals de BNI en de ???? maar wel aan de constructeurs, de ingenieurs en de installateurs. “Netwerken die kennis delen hebben grote toegevoegde waarde. Een samenwerking tussen ontwerpers en bouwers is ter discussie,” aldus Schenk. Aannemers die zich presenteren als ‘bedenkers’ van producten, vindt hij dubieus. “Als architectenbranche moeten we daarvoor waken.”

Op de vraag of de verschuiving van werkzaamheden binnen de architectensector erg is, antwoordt Klein Brinke: “Ik zie dat als winst omdat je samen een veel sterker team kunt zijn en het samen optrekken en verantwoordelijk zijn maakt ook dat je minder zorg hebt.” Ook Michiel de Wit is positief: “Doe je oogkleppen af en ga samenwerken met andere disciplines in nieuwe thema’s. Daarmee betrek je anderen in het proces. Werken met betrokken en enthousiaste partners is leuk en inspirerend. Ik wil nu bijvoorbeeld naast architect ook aannemer worden.” De Wit is geen BNA-lid en vraagt nog of het lidmaatschap hem iets kan opleveren buiten hetgeen Schenk noemde. Daarover is de voorzitter van de branchevereniging helder: “De BNA zorgt niet voor extra werk!”

Of de BNA zich moet verbreden zoals het Stimuleringsfonds dat deed (van Stimuleringsfonds voor Architectuur naar Stimuleringsfonds Creatieve Industrie), daarover denkt Schenk: “Verbreding kan goed zijn maar deze verandering lijkt vooral ingegeven te zijn door beperkingen van overheidsbudgetten. Zo wordt je een vergaarbak en dat willen we niet.”

Schenk sluit af met de vaststelling dat het een inspirerende bijeenkomst is geweest die veel nieuwe inzichten en werkwijzen hebben laten zien. Voor herhaling vatbaar en dan is hij ook weer van de partij.