Nieuw elan in twente

Verslag van een groepspresentatie door jonge Twentse architecten

Er is veel jong ontwerptalent in Twente. Het broeit en borrelt en de dynamiek is groot. Na enkele jaren, waarin de economische luwte in Nederland zo zijn effect had op de bouwactiviteit, hebben veel bestaande en vaak gerenommeerde architectenbureaus weer goed gevulde orderportefeuilles. En hun ambities zijn groot. Niet alleen om de grote hoeveelheden opdrachten aan te kunnen, maar ook om daar met eigentijdse ontwerpen op te reageren. Veel bureaus hebben daarom de afgelopen jaren jong ontwerptalent aangetrokken. Maar ook zijn er in korte tijd een flink aantal nieuwe architectenbureaus bijkomen. Nieuwe bureaus met hoge verwachtingen. Deze ontwikkeling was voor het Architectuurcentrum Twente aanleiding om het jonge talent de gelegenheid te geven zich te presenteren. Jonge architecten, dat wil zeggen niet ouder dan veertig jaar, werkzaam op een Twents bureau of eigenaar van een eigen bureau, waren daarvoor uitgenodigd. Op 22 februari kregen zij elke tien minuten om volgens het pecha kucha systeem een flitspresentatie te geven. Aan hen was gevraagd om in een persoonlijk verhaal hun ambities, hun visies en architectuuropvattingen aan de hand van veel beelden aan het Twentse publiek te presenteren. En de belangstelling was groot. De 120 stoelen die in een zaal van het gebouw van Woongroep Twente in Hengelo waren klaargezet, waren nog niet genoeg en achterin de zaal was het dringen om de flitspresentaties te kunnen volgen.


Ontwerptalent in de regio

De gekozen locatie in Hengelo was geen toeval. Woongroep Twente had in 2006 de ideeenprijsvraag ‘Hoogh Hengelo’ uitgeschreven voor het ontwerpen van een hoogbouwproject aan de Bornsestraat, vlak naast het kantoor van Woongroep Twente. Hiervoor waren tien jonge Twentse architecten uitgenodigd om onder motto een ontwerp in te dienen. Voor het Architectuurcentrum Twente was dit aanleiding om te onderzoeken hoe groot het ontwerptalent in de regio nu werkelijk is. Aanvankelijk waren uit de grote groep kandidaten tien jonge architecten geselecteerd voor een presentatie, waaronder enkele deelnemers aan de ontwerpwedstrijd Hoogh Hengelo. Uiteindelijk bleven er daar – in verband met afzeggingen vanwege prive-omstandigheden - acht van over. Drie van hen richtten enige tijd geleden hun eigen bureau op, al of niet samen met een ander. Dit waren Theo Reitsema (Reitsema&Partners uit Rijssen), Martine Schipper (schipperdouwesarchitectuur uit Wierden) en Hein Jan Geerdink (Project DWG uit Enschede). De overige vijf deelnemers zijn in dienstverband werkzaam op Twentse architectenbureaus. Dit waren Robert ten Dam (ten Dam / de Leeuw Architecten uit Diepenheim), Bob Hebben (Beltman Architecten uit Enschede), Carla Kamphuis (Leijh, Kappelhoff, Seckel, van den Dobbelsteen, Architecten uit Hengelo), Walter Kemperman (Bouw
Consulting Twente
uit Enschede) en Wouter Zwerink (IAA Architecten, Enschede). Het voert te ver om in dit verslag de afzonderlijke presentaties te verslaan. Maar opmerkelijk was wel de frisheid en soms onbevangenheid waarmee de deelnemers zichzelf presenteerden. Soms zeer persoonlijk. Zo gaf Bob Hebben van zichzelf een soms hilarische karakterschets en gaf hij inzicht in zijn ontwerpmotivaties die soms tot letterlijke vertalingen van een conceptuele gedachte leidden. Opmerkelijk was ook de presentatie van Robert ten Dam, die zich beperkte tot het bespreken van twee projecten. In een recent gerealiseerd woonwerkhuis in Markeveld toonde hij zijn betrokkenheid bij het Twentse landschap en uit een ontwikkelingsproject in Sao Paulo - Brazilië - zijn grote maatschappelijke betrokkenheid. Hein Jan Geerdink liet met zijn projecten zien dat ook in hedendaagse architectuur bijzondere belevingskwaliteiten mogelijk zijn zoals hij die ook aantreft in de door hem getoonde oude en veelal organisch ontstane architectuur.

Anderen gaven uitsluitend een beeld van de door hen (mede) ontworpen projecten. Daarbij werden de door hen gehanteerde ontwerpuitgangspunten benadrukt die soms direct uit de opdracht of uit de locatie voortkwamen, maar soms ook werd een hoger schaalniveau gehanteerd om het ontwerp te verklaren. Dan kwam bijvoorbeeld de Twentse architectuurtraditie aan de orde. In een aantal presentaties zaten overeenkomsten, die wellicht als architectuurtrends
aan te merken zijn. Zo werden diverse ontwerpen getoond van vrijstaande gebouwen – veelal woningen – die verwantschap tonen met de boerenschuur. Een landelijk te herkennen trend waarbij vaak uitbundig hout wordt toegepast voor de materialisatie van de schil van het object. Ook zagen we meerdere malen de schuine gevel, soms voorover, soms achterover hellend. Dit ontwerpmiddel werd opmerkelijk vaak toegepast in de inzendingen voor de prijsvraag Hoogh Hengelo.


Jan Salverda

Aan het eind van de bijeenkomst kreeg Jan Salverda het woord. Salverda is bestuurder bij de Woongroep Twente en tevens bestuurslid van het Architectuurcentrum Twente. Als lid van de jury van de prijsvraag Hoogh Hengelo, gaf hij een korte samenvatting van de wedstrijd en de twee winnaars die een vervolgopdracht krijgen om hun inzending nader uit te werken. Woongroep Twente heeft van de inzendingen een boekje samengesteld waarvan het eerste exemplaar door Salverda werd uitgereikt aan Peter van Roosmalen, coördinator van het Architectuurcentrum Twente. Saverda benadrukte daarbij nog eens het belang van het architectuurcentrum voor de ontwikkeling van architectonische kwaliteit in Twente. Na afloop kreeg iedere bezoeker een exemplaar van het boekwerkje. Er is veel ontwerptalent in Twente. Veel meer dan de acht architecten die zich op 22 februari presenteerden. Daarom werd na afloop al gefluisterd over een mogelijk vervolg; een jaarlijks of tweejaarlijkse herhaling van een soortgelijke groepspresentatie. Belangstelling is er genoeg, gezien de hoge opkomst. En het waren zeker niet alleen maar familieleden of collega’s. Voor corporaties, ontwikkelaars en aannemers bleek de bijeenkomst zeer interessant. Of het netwerken na afloop van de bijeenkomst ook nog tot nieuwe opdrachten voor de jonge architecten heeft geleid, is niet bekend...

door Tom de Vries, Deventer