In Twente zijn geen visionaire oplossingen voor de crisis

Eigenlijk weet je dat ook wel maar je hoopt er stiekem toch op. De conclusie markeerde het eind van de debatavond in het aandoenlijke theater Kamak in Hengelo op donderdagavond 18 juni 2009. Vier professionals uit de bouwwereld hebben dan met de zaal - waarin ongeveer zeventig bezoekers zitten - ruim anderhalf uur gedebatteerd onder leiding van Han Pape, hoofdredacteur van de Roskam. Pape heeft zijn best gedaan maar kon moeilijk bij de vier panelleden iets los krijgen waarvan het publiek een warm gevoel kreeg. Om beurten mochten Jan Salverda, algemeen directeur van woningcorporatie Domijn, Rob Welten, wethouder RO in Oldenzaal (en binnenkort burgemeester in Borne), Michel ten Hag, directievoorzitter van de ten Hag Groep en tenslotte Lucas Haafkes, directeur van het gelijknamige aannemersbedrijf en voorzitter van Bouwend Nederland afdeling Enschede en Haaksbergen vertellen wat de huidige crisis voor hen persoonlijk, voor hun onderneming en hun beroepsgroep betekent maar ook of zij nog kansen zien en of er in hun beleving sprake is van lijfsbehoud of van kwaliteitsbehoud. 


Rob Welten
constateert dat er veel verwacht wordt van overheden, ook van de locale overheden. Welten: ‘Maar als gemeenten hebben wij weinig middelen, de begrotingen staan onder druk ook als gevolg van groeiende werkeloosheidsuitkeringen, minder leges enzovoort. Bovendien moeten we aan het eind van het jaar de begroting wel sluitend hebben.’ Welten wijst nu richting banken en vindt het jammer dat die niet aanwezig zijn. Zijn advies luidt: zoek naar maatwerkoplossingen en probeer gebrek aan vertrouwen weg te nemen. Een lichtpunt vindt hij dat de crisis wat lucht wegneemt uit de opgeblazen economie. Rob verwacht meer van de provincie (Han Pape: er komt 50 miljoen aan!).


Jan Salverda
prijst zich gelukkig dat Domijn over relatief veel vastgoed beschikt waardoor er sprake is van vermogen dat nu – door verkoop - kan worden ingezet voor nieuwe projecten. Zijn strategie is te kiezen voor kwaliteitsbehoud en niet voor het korte termijn denken. Toch merkt hij ook dat de verkoop stagneert. Er zijn nu 270 nieuwbouw woningen te koop in Enschede. ‘Als de situatie aanhoudt, dan hebben we de komende acht jaar geen ruimte voor nieuwe appartementen,’ geeft hij als voorbeeld. Bovendien zegt hij: ‘In Twente is er net als in de rest van Nederland sprake van krimpende bevolking. Dus moeten we ons afvragen wat gaan we waar en voor wie bouwen.’ Misschien moeten we even stoppen of in ieder geval de aandacht vooral richten op verhogen kwaliteit bestaande voorraad in plaats van nieuwbouw.


Michel ten Hag
constateert een terugloop in transacties bij de helft van de bestaande bouw en tweederde tot driekwart bij de nieuwbouwwoningen. Als makelaar probeert hij dat op te vangen door het marktaandeel te vergroten, door bijzondere opdrachten zoals onderzoek en advies te verwerven, en door de beloning te verhogen door meer werk te leveren. Als kansen ziet hij het elkaar helpen en opzoeken en het zogeheten woningfondsplan dat zekerheid en herstelkansen voor de huurmarkt biedt. Wel vindt hij dat dit vooral voor de bestaande markt van toepassing is. Hij waarschuwt voor het domino-effect.


Lucas Haafkes
deelt mee dat in Twente de bouwsector groter is dan in de rest van Nederland (8% economisch verkeer tegen 6% in de rest van Nederland) en dat er in de regio 22.000 mensen direct bij de bouw betrokken zijn. De gevolgen zijn hier dus extra groot. De rustige tijd is nu te gebruiken voor nadenken over vernieuwing en verbetering. Hij opteert verder voor het soepeler hanteren van regelgeving, het instellen van veel meer leerlingwerkplaatsen en de betalingstermijn van 45 naar 30 dagen terug te brengen. Volgens Lucas biedt de zorg en de scholenbouw op dit moment nog ruimte voor bouwactiviteit.


Verlies blijft nog beperkt, stoppen met groei, stoppen met nieuwbouw, er komt een prijsdaling en er moet iets gedaan worden aan de hypotheekaftrek.
Het zijn de hoofdlijnen uit het debat met de zaal. Een rondje langs de vier panelleden leert dat de terugloop in arbeidsplaatsen de afgelopen periode ongeveer 10 procent was. Dat is nog te overzien. Sommigen zeggen: het was allemaal te voorzien gezien de vergrijzing en het feit dat iedereen inmiddels zijn eigen huis heeft. Maar, zeggen anderen, de omvang van de huishoudens krimpt wel maar het aantal (kleine) huishoudens groeit. De renovatieopgave zal toenemen is een algemeen gedeelde opvatting. Maar daarnaast wordt ook opgemerkt dat er in Nederland relatief heel erg weinig grond bebouwd is en dat daar dus zeker ruimte zit. Maar, zo horen we, de grondprijs is extreem hoog. Ook daar zou de provincie kunnen ingrijpen.
We moeten stoppen met nieuwbouw en de crisis gebruiken voor opwaardering van de bestaande voorraad. Dat kan overigens alleen snel soelaas bieden als de regelgeving versoepeld wordt. Daar ligt dus een opgave voor de overheid.
Er moet wel goed geluisterd worden naar de markt en het aanbod beter laten aansluiten op wat de markt vraagt. Het moet goedkoper en beter! Volgens Lucas Haafkes: ‘Daar  zijn we allang mee bezig maar we zijn er nog niet zo ver mee.’
Een aparte discussie is die over energiebezuinigende maatregelen in de bestaande bouw. Als het om huurwoningen gaat is de vraag actueel: wie betaalt de kosten en wie strijkt de winst op. De investeringen liggen immers bij de corporatie en van de lagere energieprijzen profiteren juist de huurders. Ook de zogeheten scheefgroei in de woningmarkt waarbij de hogere inkomens te lang op een goedkope woning blijven zitten, is punt van discussie. Als we dat aanpakken dan heeft dat een gunstig effect op de doorstroming en de zogenoemde verdiencapaciteit van een woning.


Samenvattend blijft de discussie tamelijk amorf en is er geen duidelijk signaal vanuit Twente hoorbaar. De overheid en de banken. Het zijn de bekende dooddoeners geworden in de discussies over de crisis. Maar een echte visionaire aanpak die traditionele denkbeelden en platgetreden paden omver werpen waren niet te horen. Of zoals Lucas Haafkes zegt: ‘Ik ben geen visionair. Ik heb andere dingen aan mijn hoofd.’ 

Opkomst: 70 personen