In de programmareeks “Na Werktijd” zijn vanavond als sluitstuk leegstaande scholen aan de orde. Eerder hebben we het gehad over leegstaande kerken en boerenbedrijven. Zo’n 40 bezoekers zijn naar de voormalige basischool Plein West-Indië aan de Bonairestraat in Enschede gekomen, waar John Slot een ieder namens het Architectuurcentrum Twente welkom heet.

Moderator is, evenals bij de eerste (kerken) en tweede(boerderijen)sessie over dit onderwerp Evert Jan Krouwel, die de omvang van het probleem illustreert door aan te geven dat in korte tijd in Twente en de Achterhoek ca. 5.600 leerlingen minder de basisscholen bezoeken, waardoor ca. 57 schoolgebouwen zullen moeten sluiten. Deze trend zet door naar middelbaar en hoger onderwijs.

We zijn vanavond te gast in een leegstaande basisschool die deel uitmaakt van een schitterend stedenbouwkundig ensemble, waar de herbestemmingsproblematiek volop speelt. Judith Lansink, initiatiefneemster, architecte en docente Saxion, is de gastvrouw van vanavond en zij vertelt nu al in het kort wat (samen met haar partner en twee andere personen) haar plannen zijn met de Plein West Indiëschool. De bestemmingsplanwijziging en aankoopprocedure lopen nog volop en de echte ombouw moet nog beginnen, maar daarover later meer.

Eerst geeft Evert Jan het woord aan Esther Bleumink, directeur en partner bij bct-architecten ingenieurs & adviseurs te Enschede. Bct is zeer bekend met de (ver)bouw en het beheer van schoolgebouwen in oost- en noord Nederland.

Esther schetst het kader van de transitieopgave aan de hand van cijfers uit de Achterhoek waar de krimp manifest is. Voor Nederland breed moet rekening gehouden worden met een teruggang van leerlingen op basisscholen van zo’n 9 %. Dat betekent een dreiging van sluiting voor veel schoolgebouwen.

Het ministerie stuurt momenteel erg op fusie en clustering, met de garantie dat dan scholen tenminste 6 jaar open blijven.

Voor veel gebouwen wordt echter ook dan de keuze of herbestemmen, of slopen.

Esther geeft aan dat partiële sloop nog te weinig beproefd wordt.

Transitie door herbestemming vindt nu veelal plaats richting wonen, al dan niet in combinatie met zorg. Echter hergebruik voor kleine bedrijven (zzp‘ers) of voor collectieve buurtinitiatieven (voorbeeld BIJEN, schoolgebouw Meeuwenstraat Enschede) bieden ook goede mogelijkheden.

Bct scoort ook met opwaardering van basisscholen naar (kleinschalige) lokaties voor voortgezet onderwijs.

Bij alle haalbaarheidsstudies is duurzaamheid (energiegebruik) een belangrijk element. Na renovatie mag het energieverbruik niet meer bedragen dan € 6 per m2.

Bij waardestellingen in relatie tot dreigende leegstand wordt altijd gekeken naar de (kern)functie van het gebouw in dorp, wijk of buurt. Is er een ontmoetingsfunctie, of kan die er komen?

Wat zijn de architectonische waarden (beeldkwaliteit), wat is de technische staat?

Uiteraard spelen zaken als exploitatiewaarde, boekwaarde, verkoopwaarde ook een rol.

Naast de kwaliteiten van het gebouw speelt de buitenruimte ook mee in de waardering.

Veel jaren 60 schoolgebouwen hebben langs die meetlatten nauwelijks waarde.

 

Bct adviseert gemeenten om vanuit degelijke inventarisaties vroegtijdig en pro-actief in te spelen op de problematiek.

Het voorbeeld van de herbestemming van het Wilderinkshuis in Hengelo is daar een goed voorbeeld van. Het leegkomende schoolgebouw is een goed onderhouden rijksmonument, de bijbehorende buitenruimte maakt aanvullingen mogelijk.

Gekozen is voor een succesvolle transitie naar zorg, thans bewonen demente bejaarden het complex, waar aan de achterzijde een nieuwbouwvleugel is toegevoegd.

Een deel van de buitenruimte is ingericht als volkstuintjes voor buurtbewoners.

In het verleden werden leegkomende schoolgebouwen nogal eens herbestemd als atelierruimtes. Die oplossing is nu niet meer geschikt voor de gehele omvang van de huidige en toekomstige problematiek. Het gaat nu om maatwerkoplossingen en creativiteit.

Na de pauze gaat stedenbouwkundige en initiatiefnemer van PIT (platform initiatief tijdelijkheid) Ludwin Budde (tevens lid van de programmaraad van het ACT) in op de ontwikkelingen van schoolgebouwen door de eeuwen heen. Ludwin geeft een beeld van gelukte transities in Nederland, maar uit zijn inventaristie blijkt ook dat er nog veel leeg staat en leeg komt.

Vaak blijken de grotere scholen of bijzondere gebouwen (bijv. de Joodse school, naast de Synagoge in Enschede), voor succesvolle herbestemming een moeilijke opgave.

Gelukte projecten zijn o.a.:

Heim museum Hengelo in Wilhelminaschool

Kuurhotel Amersfoort

Wilderinkshuis Hengelo

Wijkgezondheidscentra in Hengelo en Arnhem

Buurtonderneming Enschede

Cultureel centrum in Ambachtschool in Zwolle

Enz.

Voorbeelden van gelukte grootschalige transities met multifunctionele invullingen zijn o.a.:

Grote Pyr te Den Haag

Het Paleis te Groningen

Brewinc Cultuurcluster te Doetinchem

De discussie over de leegstaande Ambachtsschool in Enschede geeft aan hoe lastig het is om succesvolle transities van met name grote gebouwen te realiseren. Vrijwel altijd komt de oplossing uit een gefaseerde uitvoering en meerdere nieuwe functies.

Tenslotte neemt gastvrouw Judith Lansink ons uitgebreid mee in haar plannen m.b.t. de (Plein)West Indiëschool, waar wij vanavond te gast zijn. De school is in 1913 gebouwd als 10e openbare lagere school in Enschede, naar een ontwerp van toenmalig stadsarchitect ir. Op ten Noort. Gezamenlijk met de omliggende woningen en het kenmerkende plantsoen vormt de school een bijzonder gaaf stukje stedenbouw. In een later stadium zijn delen aan het gebouw toegevoegd (o.a. een gym.lokaal). Hoewel deze nieuwere delen in relatief goede staat zijn is toch besloten om ze uiteindelijk te amoveren. Ze passen niet in het beoogde beeld na transitie. Tot 1997 was in het pand een openbare basisschool gevestigd, daarna, tot 2012, een bijzondere school. Vanaf 2012 stond het pand leeg.

Judith is in 2013 begonnen met het inventariseren van de mogelijkheden en het overleg met het vastgoedbedrijf van de gemeente.

Van meet af aan was het Judith duidelijk dat de nieuwe bestemming een combinatie van wonen en werken moest worden. Gezien de grootte van het pand is ook direct gezocht naar mede-ontwikkelaars, die net als zij, een beetje verliefd waren geworden op het pand en zijn directe omgeving.

Voor de gezamenlijke aankoop is de stichting CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap) West Indiëschool opgericht. Voordeel hiervan is dat voor CPO trajecten nog enige ondersteuning mogelijk is.

Het pand heeft thans geen formele monumentenstatus, voor de beoogde eigenaren is die monumentale waarde er wel degelijk.

Door gebruik te maken van het artikel over het “van rechtens verkregen niveau” in het bouwbesluit hoeft niet voldaan te worden aan alle huidige bouwbesluit-eisen.

De gefaseerde aanpak kent volgende stappen na afronding bestemmingsplan-, aankoop- en bouwvergunningprocedure:

Fase 1: aanpak van de buitenschil vanuit het collectief, met vooral aandacht voor energetische verbeteringen.

Fase 2: inbouw van het casco van 4 woningen vanuit het collectief, en de afbouw individueel.

Fase 3: aanpak van de gemeenschappelijke ruimten (o.a. de oude gymzaal) door de op te richten VVE.

Fase 4: sloop van de nieuwe gymzaal en aanpak buitenruimte.

Judith heeft een eigen (culturele) waardestelling gemaakt van het pand (mede kijkend na de in 2008 gerenoveerde woningen in de directe omgeving).

M.b.t. het pand zit de waarde vooral in de voorgevel, de inrichting- en lokalenstructuur, de houtconstructie (spanten) in de centrale hal, het torentje met klok, de vloermozaïeken, granitovloer en geglazuurde tegels en de oorspronkelijke deur- en raampartijen.

De centrale binnenplaats wordt t.z.t. gezamenlijk ingericht, de individuele tuinen komen aan de buitenzijde van het gebouw (ged. na sloop nieuwe gymlokaal).

Judith en haar gezin bewonen inmiddels de ene achterste woning, de andere achterste woning wordt bewoond door beide andere deelnemers in de stichting. Deze beide woningen zijn provisorisch in het pand ingebouwd.

Voor beide voorste woondelen worden nog kopers gezocht, echter niet nadat meer duidelijkheid kan worden gegeven over het eindproduct. Het blijkt voor veel mensen lastig om te moeten beslissen over investeringen als het eindmodel nog niet geheel duidelijk is.

De bestemmingsplanprocedure nadert het eindpunt, waarna ook de aankoopprocedure kan worden voltooid. Vervolgens worden de planvorming en bouwvergunningafgifte afgerond en kan er (eindelijk) ge- en verbouwd worden.

Evert Jan Krouwel en John Slot namens het ACT danken de inleiders voor hun boeiende betogen, wensen Judith heel veel succes en nemen een voorschotje op de toekomst door te opperen dat we over een paar jaar graag nog eens terugkomen.

Vervolgens gaan de aanwezige bezoekers in groepen door en om het pand.

HH.

23/07/15