Er staat veel op het spel. Bij de inrichting van Nederland is een aantal clusters van steden te herkennen die in de toekomst zullen uitgroeien tot netwerksteden. Één van die clusters is de rijgdraad gevormd door de steden Almelo, Borne, Hengelo, Enschede en het Duitse Gronau. Er zal een visie moeten worden ontwikkeld om te voorkomen dat er een wildgroei gaat ontstaan in de interstedelijke gebieden. Het gevecht is begonnen en in de strijd tussen de talloze belangen die in dit gebied spelen is het niet ondenkbaar dat de emoties het gaan winnen van verstandelijk beleid die recht moet doet aan de aard van het typisch Twentse landschap.

De workshop

Het Architectuurcentrum Twente heeft een workshop georganiseerd waarin voor een onderdeel van de Netwerkstad een plan wordt ontwikkeld waarin ruimte wordt gegeven aan alle denkbare factoren die een rol spelen, kunnen spelen of moeten spelen. Het gebied dat bij uitstek beïnvloed wordt door vele, en vaak tegenstrijdige belangen is de driehoek gelegen tussen het Hart van Zuid in Hengelo, de buurtschap Twekkelo en de cluster UT, Miracle Planet en het Science Center in Enschede. Op uitnodiging van het Architectuurcentrum Twente hebben de Delftse stedenbouwkundige Rein Geurtsen en zijn partner Simone Diegenbach na zorgvuldige analyse en onderzoek een plan ontwikkeld. In het plan worden mogelijke oplossingen aangedragen voor de aanwezige dilemma's ten aanzien van infrastructuur, ontsluitingen, functionele belangen maar ook ruimte is gegeven aan het landschappelijk potentieel van het gebied.

Het Architectuurcentrum Twente beoogt met deze onafhankelijke planvorming meningen, belangen en oordelen boven tafel te krijgen die moeten bijdragen aan een zo hoog mogelijke kwaliteit van de toekomstige invulling van de Netwerkstad Twente.

Verslag publiek debat

Naar aanleiding van een concept ontworpen door de stedebouwkundigen Rein Geurtsen en Simone Diegenbach, de gespreksleider van deze middag was Jan de Ruiter, burgemeester van de gemeente Zevenaar.

Inleiding door de heer De Ruiter

De heer De Ruiter, oud wethouder van de gemeente Almelo en momenteel burgemeester van Ze-venaar, heet de aanwezigen welkom en constateert tot zijn spijt dat weinig bestuurders aanwezig zijn, terwijl zij juist hun voordeel ermee zouden kunnen doen om vanuit de ervaring van deskundigen ken-nis te nemen van de hier te presenteren gedachteontwikkelingen en filosofieën. Vanmiddag wordt een visie gegeven op de invulling van een specifiek onderdeel van de Netwerkstad Twente: de driehoek Hart van Zuid in Hengelo, het buurtschap Twekkelo en de cluster UT, Miracle Planet en Business & Science Park in Enschede. De heer De Ruiter complimenteert het Architectuurcentrum Twente met de gekozen plek voor de presentatie van de plannen, waardoor de deelnemers kennis hebben kunnen nemen van de kwaliteit van dit gebied. Er is een grote kaart (4 x 4 m) gemaakt waarop men (met sok-ken) mag lopen om de diverse onderdelen beter te bekijken. De stedenbouwkundigen zullen de plan-nen toelichten, waarna er gelegenheid zal zijn voor het stellen van vragen c.q. discussie.

Toelichting door de heer Geurtsen

De heer Geurtsen merkt op dat al snel duidelijk was dat er voor het betreffende gebied eigenlijk nog geen goede kaart aanwezig was, een kaart die bijvoorbeeld ook wat meer van het landschap laat zien. Om meer duidelijkheid te geven is nu een kaart gemaakt van 4 x 4 m. Het pleidooi van de steden-bouwkundigen voor het gebied:

1. Broekzakplanologie: door mensen die het gebied kennen als hun broekzak. Dit moet heel ver gaan omdat er zoveel lagen zijn van kennis en inzicht in dit gebied. Hierbij hoort het opzetten van een planlaboratorium in bijvoorbeeld de Storkfabriek met een kaart met een schaal van 1 : 1000, waarop huizen gezet kunnen worden waarmee geschoven kan worden en waarop gelopen kan worden. Deze regio heeft heel veel kansen, deze moeten benut worden en via een grote maquette van 20 x 20 m zichtbaar worden gemaakt.

2. Netwerkstad oké, maar niet als model volgens de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. Dat model gaat alleen over Almelo, Borne, Hengelo en Enschede, maar gesproken moet worden over het gehele stedelijk gebied Twente. Deze regio heeft enorme kansen, er zou van Oldenzaal naar Haaksbergen een immense groene as te creëren zijn, die de ruggengraat vormt van de netwerk-stad. In het kader van pleidooi 2 past ook euregionaal denken: het vliegveld zou weg kunnen, 60 km naar het oosten ligt immers een vliegveld voor burgerluchtvaart. De vraag is of vliegveld Twen-te nog een militaire functie houdt, het geheel moet wel passen in de groene as. Grootschalige lo-gistieke terreinen zouden ook over de grens gesitueerd kunnen worden.

3. Ga anders om met het tussengebied, de IGS-kaart lijkt “slagveld-planologie”: een slagveld tussen twee steden (Enschede-Hengelo) met een bizar lopende gemeentegrens. Probeer in het planlabo-ratorium een strategie te ontwikkelen waardoor één groot landschapspark ontstaat als een soort kroondomein van de stedelijke regio. Als voorbeeld wordt genoemd het gebied tussen Leiden en Den Haag, geconserveerd door de koninklijke familie. Op de 4 x 4 m maquette van vandaag is veel aandacht uitgegaan naar een aantal thema’s, o.a. de A35 die getekend is alsof het een stadsmuur is, niet realistisch in het kader van de ontwikkeling van stedelijke druk. Van een aantal gebieden zouden landschappen gehandhaafd moeten worden, zoals de Usseler Es. Ook heel be-langrijk is de groene wig bij het Wooldrikspark. Er zullen gebieden zijn waar de stad over de A35 heen gaat, zoals bij de nieuwe Grolsch-fabrieken ongetwijfeld gaat gebeuren. Twekkelo zal veilig gesteld moeten worden als duurzaam landschappelijk gebied, waar wel meer water gecreëerd kan worden. Er zal gezorgd moeten worden voor een betere bereikbaarheid vanuit het zuiden. Ge-dacht zou kunnen worden aan een nieuwe tangent, meer als park (“parkway”) neergelegd, die het landschap scheidt van de stedelijke band. Het gebied Twekkelo zou hierdoor verkeersvrij gemaakt kunnen worden. In de nieuwe visie zou langs het kanaal heel goed een gemengd woon-/werkgebied gemaakt kunnen worden.

4. Ervan uitgaande dat op termijn het spoortransport van Akzo verdwijnt komt een groot gebied vrij voor herontwikkeling van hoogwaardige bedrijvigheid. In het gebied waar verzakkingen kunnen optreden t.g.v. zoutboringen zou op een meer natuurlijke manier (o.a. via beken) gezorgd kunnen worden voor een permanent wateroppervlak, waarop drijvende huizen gebouwd worden. Zo kan een groot patroon van meren ontstaan, waarbij de bewoners helpen bij het instandhouden van de duurzaamheid van het gebied. Middenin dit merengebied kan op de plek van de Boeldershoek een windmolenpark worden ingericht. M.b.t. de ontsluiting van het Hart van Zuid wordt gedacht aan een aftakking vanaf de A35.

Toelichting door Simone Diegenbach

Mevrouw Diegenbach geeft aan de hand van de kaart een meer gedetailleerde toelichting op boven-genoemde plannen. Langs de snelweg, waar drie knooppunten op aansluiten, loopt een beek. Bedrij-ven zullen zo geplaatst moeten worden dat er een stadsrand ontstaat met een meer natuurlijke vorm dan nu het geval is. Gedacht moet worden aan aanleg van veel groen (bosjes). Op de plaats van de nieuwbouw van Grolsch zal de bekenstructuur ook duidelijk gemaakt moeten worden. Ten zuiden van Hengelo is een nieuwe woonwijk aangegeven, waarbij het huidige karakter van langwerpige straten gehandhaafd dient te worden. Het kanaal wordt in de nieuwe visie verbreed, met hier en daar eilanden waarop bebouwing zou kunnen plaatshebben. Zo ontstaat een groenstrook die via het Volkspark door-loopt naar het centrum van Enschede. Het vliegveld ten slotte zou gebruikt kunnen worden als groot-schalig bedrijventerrein, met allemaal “kamers” van bos waarbinnen de bedrijven een plek zouden kunnen krijgen. Het middengebied tussen de steden zal zo ingericht moeten worden dat het een dui-delijke recreatieve functie krijgt voor de omliggende steden en kleinere kernen.

Samenvatting reacties

• De heer Kees Kloosterman, landschapsarchitect spreekt de hier gepresenteerde filosofie zeer aan, maar hij mist een aantal zaken m.n. met betrekking tot het landelijk gebied. Het is van essen-tieel belang dat hier meer aandacht voor komt. Het idee van meer water in het gebied zal subtieler uitgevoerd moeten worden, van oorsprong is hier niet zoveel water omdat het gebied op een berg ligt.
• De heer Frits Logger, ambtenaar gemeente Hengelo, is van mening dat je inderdaad iets krachtigs moet doen om de mensen van de netwerkstad enthousiast te maken en af te laten stappen van de gelegenheidsplanologie van in dit geval twee gemeenten. In dat kader zou je je kunnen afvragen waarom het kanaal niet afgegraven kan worden om er een woongebied van te maken.
• De heer Heeringa, CDA Enschede, vindt het verfrissende van de plannen dat deze uitgaan van groei van de steden en dat naar mogelijkheden gezocht wordt. Uitbreiding over de A35 heen is een moeizaam onderwerp, evenals industrie op de plek van het vliegveld, waarop ongetwijfeld be-zwaren verwacht kunnen worden. De heer De Ruiter acht dit wellicht een goede reden om te plei-ten voor bestuurlijke aansturing van grensoverschrijdende invulling van het gebied.
• De heer Abels, architect, zou graag zien dat de besturen van Enschede en Hengelo de hier ge-presenteerde kaart zullen gaan hanteren.
• Mevrouw Aalbers van bureau Alterra, dat Enschede en Hengelo ondersteunt bij de ontwikkeling van het middengebied, wijst erop dat duidelijk moet zijn welke afwegingen de besturen willen ma-ken bij het maken van een bepaalde keuze voor de invulling van een gebied. Wil je bijvoorbeeld een bepaald deel erg groen houden, welke consequentie heeft dat dan elders? Er zal een af-stemming van de diverse plannen binnen de netwerkstad moeten plaatshebben, waarbij alle ni-veaus relevant zijn.
• De heer Boshardt, Provinciale Staten van Overijssel, meldt dat via provinciaal beleid in het Streekplan reeds allerlei zaken zijn vastgelegd voor de komende 15 jaar. In dat kader zijn ook duidelijk grenzen aangegeven en past geen nieuwe bebouwing in het groen. Een reactie van een van de aanwezigen: een wijziging in plannen moet mogelijk zijn, als het gaat om toegankelijk ma-ken van de kwaliteit van het landschap.
• De heer André Bijkerk, landschapsarchitect en bewoner van het gebied, vindt de geheel nieuwe insteek van vandaag heel verfrissend, maar heeft in algemene zin moeite met de verweving van de diverse voorstellen in het landschap.
• De heer J. de Boer, belangstellende niet namens een bepaalde organisatie, vraagt zich af of alles wat paars is weergegeven op de kaart duidt op bebouwing tussen Enschede en Hengelo, waarop de heer Geurtsen antwoordt dat het enerzijds een project van cultuurhistorisch herstel betreft en anderzijds een verbetering van de bereikbaarheid van het gebied. De doelstelling is zeker niet om de steden aan elkaar te laten groeien.
• Sjoerd Cusveller, stedenbouwkundige, vindt het planlaboratorium een goed idee om direct te zien wat wel en niet mogelijk is in het gebied. De vraag is echter welke motor het geheel draaiende moet houden. Geopperd wordt dat het plan zelf, dan wel het stedelijk gebied de motor moet zijn. De regio bezit voldoende dynamiek voor een combinatie van recreatie en stedelijkheid. Zonder groen gebied kan het stedelijk gebied niet goed functioneren. Mevrouw Aalbers voegt hieraan toe dat gezocht moet worden naar een economische invulling van het landelijk gebied, eventueel via fondsen, zodat dat kan blijven bestaan.
• De heer Wil Bohnen, projectorganisatie Netwerkstad: om vorm en inhoud te geven aan de net-werkstad dienen gemeenten, regio en Provincie gezamenlijk te participeren in een ruimtelijk ont-werp en vorm te geven aan de samenwerking d.m.v. de inhoud. De resultaten kunnen dan in Den Haag worden gepresenteerd. De heer Scholte Lubberdink vult aan dat een eerste gesprek met de heer Pronk heeft plaats gehad en dat de ideeën omtrent de ontwikkeling van deze regio nader be-sproken zullen worden in een vervolg gesprek rond eind september.
• Mevrouw Corine Zwart, landschapsarchitect bureau Zandvoort, ziet duidelijke lijnen in het land-schap. De beken zijn smal en lopen oost-west, er zou gezocht moeten worden in noord-zuid rich-ting om een netwerk te krijgen van overdwarse groene dragers. Op de kaart dienen basiskwalitei-ten te worden vastgelegd, van waaruit verder gewerkt kan worden.

Sluiting

De heer De Ruiter sluit af met de conclusie dat het voorstel om een planlaboratorium in te richten een concrete aanzet kan zijn om meer duidelijkheid te scheppen. De bedoelde grote maquette kan goed gebruikt worden als werkinstrumentarium. Er zal niet meer gediscussieerd moeten worden over wat de motor is van het geheel, maar eerder zal gekeken moeten worden wie de motor tegenhoudt.
Van deze bijeenkomst wordt een verslag gemaakt; tevens zal via internet informatie uit de workshops verkregen kunnen worden.
De heer De Ruiter dankt de medewerkers van het Architectuurcentrum Twente voor de goede organisatie van de bijeenkomst en sluit om 16.00 uur het formele gedeelte af.