Architectuurcentrum Twente presenteert vanavond in het eerste deel van het programma, in samenwerking met BNA-kring Twente drie (energetisch) bijzondere huizen, de initiators/ontwerpers vertellen het bijbehorende verhaal. Na de pauze zal de feestelijke prijsuitreiking plaats vinden van de fotowedstrijd die het architectuurcentrum in samenwerking met TCTubantia heeft uitgeschreven. Onderwerp van de fotowedstrijd zijn (goede en slechte) voorbeelden van met name pv-zonnepanelen op en aan gebouwen. De fotowedstrijd was onderdeel van het programma “Nieuwe Energie, kiloWatt “van het Architectuurcentrum (energieoplossingen op het niveau van individuele gebouwen).

Ca. 45 bezoekers zijn naar gebouw de Gallery op het terrein van de Universiteit Twente gekomen.

Peter van Roosmalen, coördinator van het Architectuurcentrum Twente opent om 19.35 uur de bijeenkomst, heet de aanwezigen van harte welkom, en roemt de goede samenwerking met BNA-kring Twente (eerste deel van de avond) en dagblad TCTubantia inzake de fotowedstrijd (tweede deel). Peter geeft aan dat aan het einde van de avond de reizende tentoonstelling, waarin veel foto’s die meegedaan hebben aan de wedstrijd getoond worden, geopend zal worden.

In zijn openingswoord memoreert Peter dat het architectuurcentrum alleen kan bestaan dankzij de steun van velen en benoemt hij de subsidiënten en sponsoren. De bezoekers worden gewezen op de mogelijkheid om donateur te worden.

Als eerste krijgt Maurice Beijk het woord. Maurice is zeer bevlogen autodidact op het gebied van duurzaamheid. Aan de Vikkerhoekweg te Hengelo heeft hij zijn eigen, levensloopbestendige woning gebouwd. Maurice is thans adviseur van het bedrijf Unipro te Haaksbergen (vloercoatings e.d.) dat onlangs een zeer duurzame nieuwbouw heeft geopend. Duurzaamheid is een tweede natuur van Maurice Beijk geworden. Maurice is er van overtuigd dat er in de basis geen energie-beschikbaarheidsprobleem is, maar een energie-logistiekprobleem. Trias Energetica is wat hem betreft breder nl. Trias Ecologica.

Maurice zoomt in op de zijn woning. De bouw is een geslaagde cocreatie van hemzelf met architect Ruud Marbus, aannemer Mulder en installateur Vehof. Het thema van het huis is “één met de natuur”. De woning is energie-positief, levert energie op (o.a. op te slaan in de accu’s van beide auto’s van de familie).

Over situering, vormgeving, materialisering is met een “open mind” en gezond verstand nagedacht. Materialen zijn gedeeltelijk via marktplaats gekocht. Elders afgekeurde partijen blijken met een beetje nadenken alsnog uitstekend toepasbaar te zijn.

De pv-zonnepanelen zijn “in field” opgesteld, vlakbij de vijver (gebruik maken van de reflectie en het koeleffect van water, waardoor de panelen beter functioneren). T.b.v. het ophalen van aardwarmte zijn 7 boringen verricht. Er is een warmtepomp geïnstalleerd, een houtkachel die biomassa stookt, lage temperatuurverwarming, wtw-installatie, intelligent gestuurde led-verlichting, en een tweetal watervaten voor het bufferen van (tijdelijk) overtollige energie.

Uitgangspunt is dat niet gekozen is voor de goedkoopste varianten (“goedkoop is duurkoop”) en dat het tevoren betrekken van leveranciers en partners bij de probleemoplossingen meer oplevert dan het sturen op de laagste prijs. (“bouwen op regiebasis geeft een betere kwaliteit”)

Maurice Beijk is MVO-ambassadeur geworden bij Unipro, waar hij de balans hoopt te vinden tussen de 3 P’s (People, Planet, Profit). De nieuwbouw van Unipro (architect Te Kiefte uit Borne) heeft dezelfde uitgangspunten als het woonhuis. Gekozen is voor de ronde vorm (grootste inhoud met kleinste schil). Deze nieuwbouw is met vele (duurzaamheids)prijzen bekroond.

Tweede spreker van de avond is Hans Douwes, samen met zijn echtgenote eigenaar van het bureau Schipper-Douwes te Delden. Het bureau heeft recentelijk in Wierden een zgn. passiefhuis gerealiseerd. Voordat deze opdracht werd verworven raakte Hans in de ban van duurzaamheid door een rood-voor-rood (erfknoop) prijsvraag. De locatie riep meteen groot enthousiasme op voor het eigen woonhuis en kantoor. De prijsvraag werd gewonnen en de verbouwing werd op duurzame wijze en met streekeigen materiaal uitgevoerd (hsb + massiefbouw).

Installatietechnisch werd een lage temperatuur verwarming geïnstalleerd, gebalanceerde ventilatie met wtw en 2 waterbuffervaten (à 800 l.). Dankzij domotica-toepassingen wordt veel energieverbruik gemeten, waardoor de bewustwording toeneemt (meten=weten). De serre heeft een volledige zuidoriëntatie en dient als tweede schil. In de kozijnen is triple-glas toegepast.

Leerpunten uit dit eigen woning project: (te)veel glas werkt nadelig voor duurzaamheidsdoelstellingen en een goede kierafdichting is van eminent belang. De opdrachtgever van het passiefhuis in Woerden wilde verder gaan. Het moest een energieleverend huis worden. De opdracht werd verworven op basis van een GPR-score als prijsvraag. Het vigerende bouwbesluit kent een GPR van 6, het passiefhuis van 9. Het huis is tot stand gekomen met steun van de provincie Overijssel, en wordt ook voor promo activiteiten van de provincie gebruikt. Het huis kreeg in 2013 een nominatie voor de Passief Bouwen Award, maar werd helaas niet de winnaar. De architectuur is modern, eigentijds, met veel aandacht voor mate van zoninstraling en zonwering.

Er is geen toepassing van aardwarmte.

Vervolgens is het podium voor architect Guus Zeillemaker van bureau Phi Architectuur uit Almelo.

Guus neemt ons vanavond mee in de ontwikkeling van het “insektenhuis”, een woning in de vorm van een insekt, te realiseren in het buitengebied van Albergen (gem. Tubbergen)

Ca. 8 jaar geleden kreeg Guus de opdracht voor deze bijzondere woning. Opdrachtgever is eigenaar van een staalbedrijf, de materialisering stond bij voorbaat vast (huid van cortenstaal op een stalen draagconstructie). Uitgangspunt van Zeillemaker: optimalisering van zowel de economische als ecologische mogelijkheden.

Er is veel studie gedaan naar de basisvormen van een insekt. Rondom is het een ronde vormentaal. De insekt verheft zich boven de grond en staat op 6 poten. Het eigen gewicht van de structuur is dermate groot dat de staart als extra steunpunt moet dienen. De bijgebouwen (garage en berging) worden in de kelder gepositioneerd, zodat het beeld van de insekt niet verstoord wordt.

De situering op de bouwlocatie heeft veel aandacht gekregen, o.a. de zichtlijnen. Deze zijn middels cortenstalen platen in het landschap vastgelegd.

De inhoud van de insekt meet ca. 1.100 m3, is 43 m lang en 11 m hoog. De insekt heeft een diameter van ca. 9 m. Deze maatvoering lijkt fors, maar in relatie tot de in het gebied gebruikelijke bebouwing (boerderijen en kapschuren) is dat relatief.

Het vergunningentraject duurt lang. Uiteindelijk is na 4 jaar de bouwvergunning verleend, thans lopen er nog bezwaarprocedures. Mede door de lange tijdsduur is de duurzaamheidsdoelstelling fors opgeschaald. Wellicht is thans “0-op-de-meter” haalbaar. Gepoogd wordt om de vleugels van de insekt uit te voeren als pv-zonnepanelen.

Er is veel tijd gaan zitten in de afdichting onder de cortenstalen huid en de bevestiging van de huidplaten. De vloeren worden kanaalplaten zodat warmte-accumulatie hierin kan plaats vinden. Verwarming zal middels verwarmde lucht plaats vinden.

De totale kosten van het project zijn niet geheel duidelijk. De opdrachtgever zal veel in eigen beheer doen. Welstand heeft het project niet kunnen toetsen op basis van geldende voorschriften, maar vindt wel dat het tot realisatie moet komen.

Het Architectuurcentrum Twente heeft in zijn programmering een prominente plaats ingeruimd voor “Nieuwe Energie in Twente”. De focus ligt hierbij op de ruimtelijke verschijningsvorm van nieuwe energiedragers en de impact daarvan op de gebouwde en ongebouwde omgeving. Het programma kent drie niveaus, nl. kilowatt (niveau individueel huis en tuin), megawatt (niveau van wijk en buurt) en gigawatt (niveau waarbij een hele streek in het geding is). Vanavond vindt de afronding van het project kilowatt plaats. In het kader van dit project heeft in samenwerking met dagblad TCTubantia een fotowedstrijd plaats gevonden van voorbeelden van nieuwe energiedragers en hun impact op individuele gebouwen.

De wedstrijd heeft talloze goede en slechte voorbeelden hiervan opgeleverd. Een selectie hiervan is gebundeld in een presentatieboekje dat o.a. dankzij de steun van de regio Twente en de gemeente Enschede tot stand is gekomen.

Stephan Schorn, landschaparchitect bij Eelerwoude Rentmeesters, en als lid van de programmaraad van het architectuurcentrum betrokken bij de prijsvraag en de samenstelling van het boekje, licht de publicatie toe. Stephan geeft aan dat de wedstrijd, de publicatie en de reizende tentoonstelling bij zal dragen aan de bewustwording van de toevoegingen die nieuwe energiedragers in zich hebben voor het landschap en de gebouwde omgeving. Voor de aanwezigen is het boekje vanavond in druk beschikbaar. Het boekje is hier online te bekijken.

Als sluitstuk van de avond reikt Marjan Weekhout, tot voor kort voorzitter van het bestuur van het Architectuurcentrum Twente, de prijs uit voor het in de ogen van de jury beste voorbeeld van een gelukte integratie van nieuwe energiedragers in de gebouwde omgeving. Eervolle vermeldingen zijn er voor het “verkoopdakje” en voor de slogan op de veeschuur “m.m.m. melk…”. Maar de unanieme winnaar is de heer Marcel Oude Loohuis, die zijn huis in Rossum op voorbeeldige wijze heeft voorzien van pv-zonnepanelen. De integratie is daarbij zo goed gelukt dat veel mensen niet zien dat het huis voorzien is van panelen, ook al zijn de panelen later toegevoegd. Marcel Oude Loohuis geeft aan dat de advisering van zijn leverancier hem geholpen heeft het gewenste resultaat te bereiken, waarmee hij zeer gelukkig is. De geschenkenbon en de bos bloemen zijn van harte verdiend.

Tenslotte geeft Marjan aan dat de fotoselectie te zien is op een achttal banners die inmiddels in de hal staan opgesteld.