Het zojuist tot winkelruimte verbouwde hotel De Gouden Leeuw aan de Grotestraat te Almelo is met 75 bezoekers vrijwel geheel bezet als Peter van Roosmalen, coördinator van het Architectuurcentrum Twente om 19.30 uur aftrapt.

Diele Biemold, lid van de programmaraad van het Architectuurcentrum is moderator vanavond. Diele schetst de context: Hoe maak je een vitale binnenstad? meer in het bijzonder voor de binnensteden van Almelo en Hengelo: wat zijn de kansen en bedreigingen?

Ter inleiding krijgt John Breen, zelfstandig stedenbouwkundige te Amsterdam (eerder werkzaam bij Urhahn stedenbouw en strategie) het woord. John schetst veel vragen (wie, wat wanneer??) en voorbeelden. Voor de presentatie van John zie de website van het Architectuurcentrum Twente. Zijn grote lijnen: historisch gezien valt de leegstand in binnensteden nog wel mee. De stad wint aan populariteit t.o.v. het platteland (trek naar de steden, gevolg: toenemende verstedelijking). Omzet verdwijnt naar internetshops. Vroeger ging het werk de stad uit (i.v.m. vervuiling), kenniswerk keert echter terug in de binnensteden. Bewoning keert eveneens terug in de binnensteden. Er zijn steeds meer partijen "involved" (ook nieuwe partijen voor nieuwe programma's).

Er is een zoektocht naar onderscheidend vermogen per individueel stadscentrum of gedeelte daarvan. Voorbeeld Manchester: grote kwaliteitsimpuls, de (ver)nieuw(d)e gebouwen i.c.m. de openbare ruimte moeten perfect zijn. Stedenbouw is de combi van versterken en afsterven, met focus op benoemde ontwikkelingen (focus op woningbouw betekent m2 winkels eruit, wonen daarvoor in de plaats).

Vervolgens krijgt "team Hengelo", de 4 Saxionstudenten die zich met de Hengelose binnenstad hebben beziggehouden, de gelegenheid hun bevindingen te presenteren. Ook deze presentatie is op de website van het Architectuurcentrum Twente te vinden.

Perceptie vanuit de zaal: Hengelo is: een saaie stad, een kleurloze stad, een enkeling noemt het een heerlijke stad.

Team Hengelo schetst de ontwikkelingen na W.O. II. De herbouwperiode is belangrijk.

Er ontstonden grote bouwblokken, met enige brede straten en openbare ruimten zonder nader programma. Anderzijds zijn er smalle steegjes met een negatieve uitstraling.

De leegstand is groot.

Het team pleit voor een drastische verkleining van het winkelgebied. De vrijkomende, overtollige ruimten moeten op organische wijze worden ingevuld. Het is zaak snel van functie te kunnen wisselen, zonder hoge kosten. Sommige stegen kunnen een veel betere verbindingsfunctie krijgen. Het Schouwburgplein kan een "struin" ("flanneer") ruimte worden. De aanloop- en verbindingsstraten en stegen kunnen thematisch ingericht worden (bijv. park-in-de-stad). Niet sleuren aan grote programma's. De stad beweegt so-wie-so, beweeg mee, en betrek vooral de burgers hierbij.

Team Almelo van de Saxion studenten heeft zich beziggehouden met de noordzijde van de Almelose binnenstad. Deze presentatie is eveneens te vinden op de website van het Architectuurcentrum Twente. Ook in Almelo veel leegstand door o.a. toenemende internet shopping. Bijkomend probleem: de Grotestraat, de "backbone" van het kernwinkelgebied, is te lang (940 m, veel langer dus dan bijv. de Lijnbaan in Rotterdam).

Team Almelo is op diverse plaatsen, op straat, in gesprek gegaan met burgers, en heeft discussies op gang gebracht over de stedenbouwkundige opzet van het kernwinkelgebied.

Uitkomst van de gesprekken: er zit een natuurlijke grens, een knip, in de Grotestraat, die geaccentueerd moet worden.

De winkelfuncties in de (iedere) binnenstad zijn aan het "verkleuren".

Winkelen is steeds meer een "gevoel" geworden.

Ingrediënten die het "goede gevoel" stimuleren zijn:

-betere duiding van grenzen: bijv. middels de plaatsing van poorten en wijzigingen van straatinrichtingen

-accentueer hoeken en hoekbebouwing

-richt "shared-spaces" in, waarbij alle gebruikersgroepen op een informele wijze de ruimte benutten.

-breng de verkeersstromen en -middelen in kaart (i.c.m. vorig punt)

-heb aandacht en zorg voor de gevels. "Goede" gevels dragen in belangrijke mate bij aan aan het "goede gevoel".

-zorg voor aanwezigheid van voldoende groenelementen.

De vraag die het team zich stelde is: hoe doen we het in Almelo, en wat kunnen we verbeteren?

Het gangbare straatprofiel bestaat uit openbare ruimte, met links en rechts overgangszones die aansluiten op het privédomein.

Alles met "harde" overgangen.

Met weinig middelen en met privé inititief zijn al veel verbeteringen mogelijk.

Accentueer de hoeken met lampen (die reageren op voorbijkomend publiek).

"Corner action".

Zorg voor onderscheidend vermogen en duidelijke herkenningspunten.

Als eerste geeft John Breen commentaar.

Beide teams hebben gewerkt met een "open-mind" en door burgers erbij te betrekken. Dat is ook noodzakelijk.

In Hengelo is de focus gericht op de publieke, openbare ruimte.

Dat werpt de vraag op hoe je andere stakehouders betrekt, bijv. de pandeigenaren, de ondernemers, de bewoners.

En hoe vind je de balans tussen flexibel en "fixed" points?

De vraag in Almelo is de verdere voortgang.

Grote stappen of ("zwaan-kleef-aan") voortdurend kleine stappen? De kleine stappen strategie is aantrekkelijk maar hoe richt je dat procesmatig in?

Beide teams hebben in hun voorbereiding gekeken naar het goed functionerende centrum van de stad Nordhorn in het aanliggende Duitse grensgebied (Nordhorn is qua inwoneraantal iets kleiner dan Almelo en Hengelo).

Stedenbouwkundige Milena Schauer uit Nordhorn is aanwezig om haar commentaar te geven op de bevindingen van beide teams.

Haar primaire aanbeveling: om een daadwerkelijk goed begin te maken is het zaak dat je scherp krijgt wat een werkelijke "must" is bij de verbetering van de centrumfunctie.

De combi van versterken en afsterven is een harde realiteit. Dit geldt vooral voor de aanloopstraten.

In Nordhorn is aan de burgers gevraagd wat zij willen.

Daarna zijn door stedenbouwkundigen plannen gemaakt die aan burgers zijn voorgelegd.

Diele Biemold beveelt de aanwezigen een bezoek aan het centrum van Nordhorn aan.

Ruud van der Koelen geeft aan dat in Nederland voldoende sturingsmiddelen zijn voor gemeenten.

Bestemmingsplan i.c.m. een Beeldkwaliteitsplan werkt goed.

Daarnaast kan er specifiek gestuurd worden d.m.v. stimuleringsmaatregelen, bijv. door "gevelbeleid". Den Bosch is een goed voorbeeld van geslaagd gevelbeleid.

Robert Wienk, begeleidend docent van Saxion, sluit af met een oproep aan de aanwezigen om mee te discussiëren over concrete invullingen. Daarmee wordt recht gedaan aan de creatie van een breed gedragen vitale binnenstad.