Titel:  
- Trends in de Architectuur
Onderwerp:  
- Lucht en water gebonden wonen
Inleiders:  
- Eric Vreedenburgh, Archipel ontwerpers, ’s Gravenhage over het onderwerp Luchtgebonden wonen
- Niek Kruisheer, Attika Architecten, Amsterdam over het onderwerp Watergebonden wonen
Gespreksleider:  
- Jan Willem Mensink, redacteur opninieweekblad De Roskam en Radio Almelo
Bezoekers:   
- 40 personen
Locatie:
- Zalencentrum Zandwijk, Vriezenveen


Opening

Peter van Roosmalen opent de bijeenkomst met een welkomstwoord en doet huishoudelijke mededelingen voor het verloop van de bijeenkomst. Voor de vakantieperiode zullen er nog twee bijeenkomsten worden gehouden, te weten 16 mei te Hardenberg en 30 mei te Zenderen.
In het eerste deel van de avond zal Eric Veenenburg, van de Archipel ontwerpers, het luchtgebonden wonen behandelen en in het tweede deel zal Niek Kruisheer, van de Attika architecten, het watergebonden wonen behandelen. De discussie zal geleid worden door Jan Willem Mensink.


Luchtgebonden wonen - Eric Veenenburg

Eric behandeld met behulp van een power-pointserie het onderwerp “luchtgebonden wonen”. Er worden voorstellingen vertoond waar Eric de skyline van Den Haag en Scheveningen onder de loep neemt. Hij laat zien dat als je met een bepaalde blik door een stad loopt je een fascinerende mengeling van stapeling ziet in de bouw. Door de eeuwen heen hebben mensen altijd gestapeld bij het bouwen. Een goed voorbeeld toont hij van een duiventil boven op het dak van een woning.

Eric stelt dat er in Nederland heel veel mensen zijn, die ontevreden zijn over de woning waarin zij wonen. Helaas heeft dit niet tot gevolg dat er andere woningen worden gebouwd. De trend van het wonen is toch nog redelijk traditioneel. Eric vraagt zich waarom de mensen zo weinig eisen stellen aan het wonen, terwijl zij niet echt tevreden zijn met hun woning.
Eric zou willen dat het bouwen van een woning een soort reis met de opdrachtgever is, waarin je gaandeweg tot een resultaat komt.
Helaas is Nederland een land met de meeste regelgeving voor wat betreft het wonen en dat maakt het voor de architect niet altijd even gemakkelijk, wel heeft Eric in de loop van de jaren geleerd dat er enkele mogelijkheden zijn om een plan toch te realiseren.
Eric pleit ook voor behoud van oude gebouwen. Kijk hoe je oude en nieuw tot een harmonieus geheel kunt maken. Eric toont enkele dia’s waarin hij oud en nieuw tot een harmonieus geheel heeft weten te transformeren. Eric is er van overtuigd dat stapelbouw kan concurreren met laagbouw, mits er creatiever wordt omgesprongen met het ontwerpen van stapelbouw. Het bouwen moet niet alleen van groot naar klein gebeuren, maar het moet ook mogelijk zijn vanuit detail naar groot te bouwen. Gebouwen hoeven volgens Eric niet “af” te zijn, een ander kan (op een later tijdstip) de bouw ook afronden, waardoor er een speels geheel ontstaat.


Discussie

Na deze inleiding door Eric neemt Jan Willem Mensink de discussie voor zijn rekening. Hij opent met een vraag: “Eric je bent wel een Pietje Bel in de wereld van de architectuur”. Je plannen zijn wel gedurfd. Voor wie bouw jij eigenlijk? Eric antwoordt dat hij voor de liefhebber bouwt. Op de vraag of luchtgebonden wonen de oplossing is voor het woonprobleem stelt Eric dat er op platte daken zeker voor 1% bebouwd kan worden.
Piet Ziel (stedenbouwkundige) vraagt zich af hoe het zit met de windgevoeligheid van het luchtgebonden wonen zoals Eric dit heeft gepresenteerd. De gebouwde woningen kunnen de sterkste windkracht hebben. Om op hoogte toch goed op een terras te kunnen zitten bouwt Eric verschillende terrassen op verschillende niveaus en werkt hij veel met glazen hekwerken die de wind tegen kunnen houden.
De volgende vraag is hoe de politiek dit over moet nemen. Eric zegt dat de 5e nota veel steun biedt en dat het tij nu mee zit. Wel ben je volgens Eric altijd afhankelijk van personen. Gelukkig is er nu weer vraag naar kwaliteit.
Van Jan van Elsberg komt de vraag of we met elkaar niet alles teveel in hokjes hebben geduwd. De vakmensen en de “gewone mens” staan teveel uit elkaar. Hier is Eric het volledig mee eens.
Ben Harsta is eigenlijk nieuwsgierig of er tussen het publiek mensen zitten uit de vastgoedwereld of de politiek of dat er ook aannemers in de zaal zitten. Er blijken weinig mensen uit deze sectoren aanwezig te zijn.


Watergebonden wonen - Niek Kruisheer

Niek zal zijn verhaal ook met behulp van een power-pointserie ondersteunen. Hij stelt dat het “watergebonden wonen” een enorme vlucht heeft genomen. Niek toont beelden van traditioneel wonen op het water. Het bouwen van watergebonden woningen kent andere problemen bij het realiseren van de bouw als het bouwen op land. De techniek van het bouwen op water is uniek (wet van Archimedes). Als je drijvend bouwt dan staat 1/3 van de bouw boven water en 2/3 deel onder water. Ook kan men op het water niet meer dan drie lagen bouwen, daar ander het geheel topzwaar zou worden. Het drijvend wonen is populair geworden door studies die hier naar gedaan zijn. Helaas is de ervaring met bouwen op het water, in grote projecten, nog zeer klein.
Er kleven nogal wat problemen aan het bouwen op water. Niek benoemt er enkele:
* isolatie van waterleidingen
* gebruik van materialen
* waar bouwen (er zijn geen grote locaties waar men het geheel volledig kan bouwen, dus
   moet er op verschillende locaties gebouwd worden en moeten de onderdelen naar de
   definitieve plek getransporteerd worden naar de uiteindelijke bestemming)
Wat weer een voordeel bij het bouwen op het water is, is dat en nog geen bouwbesluit bestaat voor het bouwen op water. De regelgeving is overigens wel in de maak. Kortom, voor het bouwen op het water is een specifieke techniek nodig. Waarom willen mensen op het water wonen? Er zit een vorm van vrijheidsgevoel in.

Niek toont een project (voorlichtingsruimte IJburg, Amsterdam) waar twee gebouwen door een container met elkaar verbonden zijn. Een deel is een auditorium en het ander deel is een tentoonstellingsruimte. Om mensen, ondanks de dichte ruimte in het auditorium, een gevoel te geven dat ze zich op het water bevinden heeft men de lampjes slecht aan een draadje opgehangen, waardoor bij het schommelen van het gebouw de lampjes heen en weer slingeren. Nadeel is wel dat sommigen er zeeziek van worden. De tentoonstellingsruimte heeft men voorzien van een grote glazen wand, waardoor er een gevoel ontstaat van rechtstreeks contact met het water.


Discussie

Jan Willem Mensink vraagt zich af waarom Niek zoveel negatieve zaken opsomt en minder de positieve kanten van het wonen op het water benadrukt. Niek zegt dat hij niet negatief is over het wonen op het water maar dat hij de mensen ervan wil overtuigen dat het wonen op het water wel degelijk problemen met zich mee kan brengen. Niek ziet in de toekomst wel degelijk mogelijkheden voor het wonen op het water.
Marieke Mulder (student)
Marieke vindt dat je het weinige water dat er is niet ook nog eens vol moet bouwen. Daar is de meerderheid het mee eens, maar er zijn nog genoeg waterplekken in Nederland waar zeker gebouwd kan worden (b.v. kanalen die niet meer bevaren worden)
Ben Harsta wil graag weten hoe je het wonen op het water kunt stimuleren. Niek denkt dat het meer een gevoelskwestie is dat mensen erbij hebben (vrijheid, los van het vasteland). Ook wil Ben Harsta weten welke positieve kanten Niek nu aan kan dragen. Niek denkt dat, naast de al eerder genoemde punten, het direct betrokken zijn bij de elementen een positieve kant is bij het wonen op het water.
Ook is er een vraag uit het publiek of de planner niet achter een utopie aan lopen voor wat betreft het wonen op het water. Niek zegt hierop dat er wel degelijk mogelijkheden zijn, maar dat men het wonen op het water niet teveel moet romantiseren. Men moet de realiteit in het oog houden.
Tom de Vries is benieuwd of de gemeente Amsterdam, voor wat betreft het bouwen op IJburg, zijn gemeentelijke voorzieningen zal aanpassen zoals men dat in Venetië heeft. Volgens Niek is men daar zeker mee bezig.
Marjan van Elsberg vraagt zich af of je het water niet naar het wonen moet brengen. En moet men niet met de scheepsbouwer aan de slag. Daar moet toch een waardevolle ervaring liggen.
Marjan van Elsberg wil graag weten of het alleen een trend in Nederland is. Dit blijkt niet het geval te zijn. Ook in Duitsland bestaat er belangstelling voor. Alhoewel er in Noord-Amerika en Canada de meeste belangstelling voor bestaat.
Henk Gersen merkt op dat hij veel verwantschap met de 2de spreker ziet, maar dat de eerste spreker toch creatiever met de materie omgaat.
Jan van Elsberg denkt dat bij het bouwen op het water er nieuwe structuren nodig zijn, dat wonen op het water een nieuwe ontwikkeling is naast de bestaande bouw op het land.
Ben Harsta stelt voor om te onderzoeken hoeveel water er in Twente beschikbaar is om tot bouwen op het water over te gaan.
Piet Ziel ondersteunt het betoog van Ben Harsta. Wij moeten gebruik maken van de wonden die in het landschap zijn ontstaan. Wij moeten het water terugbrengen in de steden.
Piet denkt dat het hoe dan ook altijd om kleinschalige projecten zal gaan als men over het bouwen op water in Twente heeft. “Small is beautifull”.

Verder is men het er over eens dat:
* de traditionele woonboten traditie moet worden gehandhaafd;
* Men niet alles wat water is moet volbouwen, maar dat men wel creatief met het bouwen op water kan zijn;
* Vul niet alle lege delen op het water op, maar laat water ook water zijn;
* Er een goede balans gevonden moet worden in het bouwen op het water;