Cyclus: Enschede wederopbouw Roombeek
Lezing: De eerste woningbouw
Datum: donderdag 20 juni 2002
Plaats: Ontvangstcentrum/kantine Grolsch Bierbrouwerij

Inleidingen:       
Roomveldje
- Joris Molenaar, Molenaar & Van Winden architecten, Delft
- Paul v.d. Jeugd namens AWG Antwerpen

Talmaplein
- Harry Abels, coördinator, IAA architecten, Enschede
- Cock Sandifort, IAA architecten, Enschede
- Bob Hebben, Beltman Architecten & Ingenieurs, Enschede
- George de Witte, De Boer-De Witte-Van der Heijden architecten, Enschede
           
Stand van Zaken ontwikkelingsplan
- Pi de Bruijn, supervisor Roombeek, Architecten Cie, Amsterdam

Gespreksleiders:   
- prof. Henk Procee, Universiteit Twente, Studium Generale

Aantal aanwezigen: 120 personen


Opening

Peter van Roosmalen, coördinator Architectuurcentrum Twente heet een ieder welkom en stelt de sprekers en gespreksleider van deze avond voor. Peter stipt de belangrijkste bijeenkomsten voor na de vakantie aan en bedankt Grolsch voor de gastvrijheid en weet te melden dat in de pauze de drankjes gratis aangeboden worden door Grolsch.

Inleiding door Henk Procee

Henk Procee wil graag een strak programma aanhouden gezien de vele sprekers. Hij geeft iedere spreker 5 minuten voor hun bijdrage van deze avond.


De sprekers

Harry Abels, coördinator, IAA architecten, Enschede
Harry voelt zich vereerd dat hij als coördinator van het project Talmaplein de avond mag openen, vooral ook daar zijn moeder in de zaal meeluistert. Met behulp van een powerpointserie legt hij een en ander uit. Harry legt uit dat het plan tijdens de ontwikkelingen aan veranderingen onderhevig is geweest. Tijdens de sessies voor het plan werd er gesproken van “Enschedese stedenbouw”, waarmee de burgermansbouw bedoeld wordt. Belangrijk was dat er als materiaal niet gekozen werd voor getint metselwerk, dus geen geel/wit tinten.

Cock Sandifort, IAA architecten, Enschede
Hij heeft zich laten inspireren door de inbreng en beelden van de vorige spreker, Harry Abels. In zijn plan is er veel aandacht gegeven voor de entree, de ramen en de luifel. Uitgangspunt is dat de bewoners inspraak hebben voor wat betreft de buitenkant en de plattegrond in de woning, waar Cock in het begin wat moeite had. Er zijn 6 varianten mogelijk om een en ander naar eigen wens in te vullen. Voor de hoekpanden is er geen sprake van inbreng van de bewoners, deze zijn de stabiele factor in het plan. De materialen zijn wel door de architecten samengesteld.

Bob Hebben, Beltman Architecten & Ingenieurs, Enschede
Het ontwerp van Beltman Architecten & Ingenieurs ligt achter de Lasondersingel. Bij hun ontwerp is de mansarde kap een in het oog springend detail. Voor wat het parkeren betreft hebben zij gekozen voor een mogelijkheid die afsluitbaar is. Ook hier grote inspraak door de bewoners echter wat betreft de hoekwoningen hebben de bewoners geen invloed mogen uitoefenen.

George de Witte, De Boer-De Witte-Van der Heijden architecten, Enschede
Dit architectenbureau is verantwoordelijk voor de appartementen van het Talmapleinplan. Ook hier geven de hoeken problemen. De moeilijkheidsgraad was hier de parkeergarage. Doordat het bouwen van appartementen anders is dan het bouwen van woningen, moest men de specifieke problemen hiervan het hoofd bieden. Men wilde de woningen vanaf maaiveld ontsluiten. Met het ontsluitingsgebied wilde men iets gemeenschappelijks doen, hierdoor is gekozen voor balkons als zonneplek.

Paul v.d. Jeugd, namens AWG, Antwerpen
Door verhindering van de spreker Philip Delanghe neemt Paul zijn plaats waar. Het plan dat Paul uitlegt, is het plan dat niet tot de competitie werd toegelaten. Het uitgangspunt was om van de structuur van het Roomveldje uit te gaan. Kenmerkend in het plan is dat de bebouwing met één laag is opgeplust. Bij deze ontwerpen overheersen de gevelbeelden en vormen zij in tegenstelling tot de andere ontwerpen een geheel. Verder bestaat het plan uit kleine blokjes en het parkeren is geconcentreerd aan de randen. Het ontwerp spreekt Paul erg aan.

Joris Molenaar, Molenaar & Van Winden architecten, Delft
Dit ontwerp is de winnaar van de competitie rondom het Roomveldje. Het tuindorpeffect is duidelijk terug te vinden in de plannen. Nadat men voor het plan gekozen had moesten er enkele details aangepast worden. De rampgrens moest herkenbaar blijven. Het “tuinpad” is opgewaardeerd naar “parkeerpad”. Ook hier hadden de architecten moeite met de mogelijkheid dat de bewoners een woonvoorkeur mochten inbrengen. Het ontwerpplan is onder invloed van de ontwikkelingen veranderd.

Pi de Bruijn, supervisor Roombeek, Architecten Cie, Amsterdam
Pi stelt vast dat stedenbouwkunde een zekere mate van regisseursachtig beroep is. Je moet aandacht aan de geschiedenis en de historie geven. In dit plan gaat het ook op een behoorlijk groot gebied (65 hectare). Na de ramp waren de oude lijnen nog duidelijk aanwezig en daar moest men rekening mee houden. De ontwikkelingen in de bouw hebben geleerd dat men zuinig moet zijn op zijn erfgoed. Men moet interessante en mooie dingen bewaren. De Grolschgebouwen zijn hier een duidelijk voorbeeld van. Men moet proberen om deze gebouwen te integreren in het huidige plan. Ook is er bij het ontwerpen van het plan veel aandacht geschonken aan veel groen. Het plan biedt mogelijkheden voor verschillende invulling.


Discussie

Jan Stegink vindt het mooie verhalen maar heeft enkele kanttekeningen:
- hij mist in de zaal de politiek (de wethouders moeten het plan eigenlijk dragen)
- moet je Roombeek niet langzaam laten groeien, zoals wijken vroeger ook groeiden
- leven  op straat, hoe ziet men dat met het huidige gemotoriseerde verkeer
- werken aan huis, wat wordt hiermee bedoeld
- voor wat betreft het Talmaplein constateert hij een zekere mate van invloed van de
  Amsterdamse school en Berlage.

Henk Procee
Wat doe je met het idee van de oude wijk

Pi de Bruijn. De kappen refereren aan de tijd. In het plan zit wel groei en zal in de loop van de ontwikkeling zeker aangepast worden. Men moet het beste halen uit het bouwplan.
In het plan is rekening gehouden met een rijk stedelijk leven. Bij het werken aan huis denkt hij bijvoorbeeld aan een dokterspraktijk, klein zelfstandige die boven de winkel woont, thuiswerkplekken (telewerken), enzovoort.
Hij geeft toe dat men zeker geïnspireerd is door Berlage.

John Schiffel vindt het plan sympathiek. Kan het plan niet in fases gebouwd worden en hoe zit het met de wijk Bamshoeve.

Pi de Bruijn legt uit dat de bouw zeker gefaseerd wordt uitgevoerd, maar dat er wel in blokken wordt gebouwd. Bewoners willen niet te lang in een bouwput wonen. Men streeft naar gave afgeronde bouwfasen.
Voor wat betreft de wijk Bamshoeve, waar duurdere woningen gebouwd zullen worden denkt Pi dat er een markt voor is.

John Schiffel vraagt zich af of het dan niet verstandig is dat de politiek de rem zet op de ontwikkeling van het buitengebied

Perik, oud gemeenteraadslid, is het met Pi de Bruijn eens

Harry Abels wijst erop dat het grootste gedeelte een corporatiebouw is, waar de bewoners een grote invloed op hun wonen hebben. Er is een differentiatie mogelijk. Hij geeft ook toe dat de Amsterdamseschool en Berlage wel degelijk een rol hebben gespeeld.

Jan Stegink vindt toch dat het op een surrogaat decor lijkt

Cock Sandifort is het hier niet mee eens. Het heeft vooral te maken met het wonen voor en achter. Er afwisseling mogelijk, maar er zit wel degelijk structuur in de plannen.

Joop Hogeveen mist het sociale gebeuren in het plan. Hij neemt waar dat er alleen over vormgeving en structuur gepraat wordt. Hij vraagt zich af hoe deze woningen er over 20 jaar uitzien.

Pi de Bruijn benadrukt dat deze avond gehouden is met het oog op de architectuur. Hij zou ook een avond kunnen vullen met de invulling van de sociale aspecten in de wijk. Hij benadrukt wel dat er wel degelijk aandacht is besteed aan de sociale aspecten.

Oosting is bang dat de plannen door de tijd vervagen. Ook wil hij graag wat meer uitleg over de term werken aan huis

Pi de Bruijn legt uit dat men bij de bouw rekening moet houden dat bewoners de mogelijkheid hiertoe moeten kunnen hebben. Denk bijvoorbeeld aan glasvezelkabel. Hiermee maakt men het wonen voor de toekomst aantrekkelijker.
Voor de Roomweg denkt men bijvoorbeeld aan de detailhandel, want de Roomweg ligt gunstig voor deze ontwikkeling. De voorzieningen zullen door de ontwikkelingen groeien.
Het projectbureau wil met de bewoners een dialoog hierover. Belangrijk is om ook het Grolschterrein hierbij te betrekken.

Joris Molenaar meldt dat er voor de voorzieningen 15% in het plan is opgenomen en dat dit percentage heel hoog is. Er is ook ingezet op senioren- en culturele voorzieningen.

Geert v.d. Bos vraagt zich af wat er met het huidige groen gebeurt, hij vindt dit niet terug in de plannen en vindt daarom dat er helemaal niet veel goren in de plannen is opgenomen.
Ook de plannen voor de Bamshoeve heeft hij zo zijn bedenkingen.
Op de bodem van het plan ligt de ramp van 13 mei ten grondslag en de getroffenen behoren zeker niet tot de rijken. Hij ziet liever dat men ook daar bouwt voor de minder draagkrachtigen.

Pi de Bruijn zegt nooit gezegd te hebben dat er veel groen in de wijk zou worden gepland, maar dat het een groene wijk is. Het is een stadwijk met veel aandacht voor groen, wat gebruiksgroen zal worden.

Voor wat betreft de Bamshoeve constateert hij dat Geert principieel tegen de correctie is die de gemeente Enschede heeft toegepast voor wat betreft de Enschedese bewoners. Hier kan hij niets aan veranderen

Harry Abels wil graag van Joris en Pi weten hoe de grote Roomweg aansluit aan het Roomveldje

Joris Molenaar zegt dat de spanning zit in de opgave voor het ontwikkelen van het plan. De keuze is gemaakt voor de zware randbouw van de appartementen. Hij meldt dat men zorgvuldig naar de aansluiting zal kijken

Henk Procee sluit de avond om 22.15 uur af en bedankt een ieder voor haar/zijn bijdrage voor deze avond.