31-12-99 | Activiteitenverslag 1999

Het Architectuurcentrum Twente is per 1 januari 1999 als een regionaal architectuurcentrum voor geheel Twente gestart. Feitelijk is de geschiedenis van een architectuurcentrum in Twente al enige jaren ouder, want voorafgaande aan het Architectuurcentrum Twente waren in deze regio twee centra actief, te weten: a. stichting OverRuimte, een organisatie die in eerste instantie voor de gehele provincie Overijssel heeft gewerkt, en in haar latere jaren vooral in de grote steden van Twente heeft gefunctioneerd.  En b. de  architectuurwerkgroep van de Kunstvereniging Diepenheim, die vooral op het raakvlak architectuur en beeldende kunst jarenlang heel belangrijk werk heeft verricht.


In 1998 gingen vanuit beide initiatieven stemmen op om een professioneel Twents architectuurcentrum op te zetten. Daarvoor is in eerste instantie een werkgroep ingesteld, deze werkgroep bestond uit de volgende leden: Albert Fien, Chris Hein, Joop Hoogeveen, Paul van der Jeugd en Peter van Roosmalen. In het eerste half jaar van ’98 is een onderzoek verricht naar mogelijkheden, organisatie, haalbaarheid en het maatschappelijk draagvlak. Op de Dag van de Architectuur 1998 werden de resultaten gepresenteerd. Al gauw bleek dat het instellen van een architectuurcentrum in de regio een grote behoefte bestond. Vanaf dat moment zijn er door een verdere plannen gemaakt en nadere contacten gelegd om een Architectuurcentrum van de grond te trekken. In eerste instantie werd een werkbestuur gevormd, bestaande uit Albert Fien, Chris Hein, Joop Hoogeveen en Paul van der Jeugd. Peter van Roosmalen werd aangesteld als coördinator en kwam in dienst van Concordia K&C te Enschede, die hem aan het Architectuurcentrum uitleende.


In de zomer van ‘98 werd een programmacommissie onder voorzitterschap van Harry Abels in het leven geroepen. Deze commissie zou de verantwoording krijgen van het inhoudelijk programma. De wens was om per 1 januari 1999 officieel van start te gaan. Dit betekende dat er per 1 november 1998 een programmasubsidieverzoek bij het Stimuleringsfonds voor Architectuur zou moeten worden ingediend. 

Een jaarprogramma bestaande uit 10 lezingen en 4 exposities werd ingediend, daarbij werden ook activiteiten rondom de Dag van de Architectuur een publicatie en een omgevingseducatieproject aangekondigd. De toetsingscommissie van het Stimuleringsfonds merkte in haar beoordeling terecht op dat het een overdadig programma was, maar wilde het enthousiasme niet in de weg staan en adviseerde een positief advies, welke door het bestuur van het Stimuleringsfonds werd overgenomen. Bovendien besloten de vier grote Twentse steden het Architectuurcentrum ook financieel te ondersteunen. En werd er vooral binnen de architectenwereld zeer positief gereageerd op het initiatief. Daarmee was de financiering voor het eerste jaar zo goed als rond. 


Het programma zoals wij dat in eerste instantie hebben aangekondigd heeft uiteindelijk een ander aanzicht gekregen als dat wij dat zelf hebben voorgesteld. Al gauw na het indienen van onze programmasubsidie aanvraag werd door de programmaraad besloten meer in cycli te gaan werken. Voor 1999 betekende dit dat er hoofdzakelijk twee series cycli uitgevoerd zijn: - Een cyclus over de Twentse vinexlocaties: onder de titel Twentse uitbreidingswijken; - en de cyclus over het Twentse landschap onder de titel Het gezicht van Twente. Bovendien zijn er lezingen gehouden naar aanleiding van de Dag van de Architectuur en naar aanleiding van de opening van de tentoonstelling Geslaagd ontwerp ’99. Daarnaast zijn een drietal exposities georganiseerd en diverse activiteiten waarbij het architectuurcentrum een rol heeft gespeeld: project Aardse paradijzen in Enschede, de Dag van de Architectuur, workshop, symposion en expositie Re-animatie van industrieel erfgoed, en het omgevingseducatie project “culturele centra en studiehuis”.